Wat blijft komt nooit terug(1979)–Jan Eijkelboom– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Klaaglied Un seul être vous manque et tout est dépeuplé (de Lamartine) De mist druipt van de takken van de bomen die nauwelijks nog zichtbaar zijn. Zelfs de lantaren voor je huis bereikt niet meer de struik die al verschoot van kleur nog voor je 's morgens vroeg je deur dichtsloeg, de stad verliet. 't Is alles toegedekt, maar slapen kan ik niet. Verdoofd dwaal ik door oude straten van jou, van iedereen verlaten, al gaan er nog veel rond van plek naar plek als hadden zij een doel, een hand voor ogen. De grote zinsbegoocheling gaat door en door en door. En toch, jij bent er niet. Wel hoor ik soms je stappen zo licht en zo beslist, ik zie je lijf binnen je warme kleren, je lichte ogen in je donker hoofd, en denk: ze heeft beloofd heelhuids terug te keren. Maar nu, je bent er niet. Verdriet drupt uit de takken van de bomen. Vorige Volgende