Liederen voor den landman. Deel 1
(1794)–Jan van Eijk– Auteursrechtvrij
[pagina 9]
| |
Wijze: Ps. XVII. of: Wat voert de lieve morgenstond.
| |
[pagina 10]
| |
Zoo moet ik nimmer moedloos zijn,
Bij zorg, vermoeijenis en pijn,
Kost mij 't betrachten van de deugd
Somtijds een traan van ongeneugt;
Want de Oogsttijd komt met de Keuwigheid,
Dis juichen voor geween bereidt.
|
|