Gezinsuitstapjes in Nederland
(1966)–Leo van Egeraat– Auteursrechtelijk beschermdDagrecreatie voor het hele gezin
[pagina 94]
| |
16 Dagtrip naar De VeluweDe Veluwe is een hoogvlakte met heuvels, die golvingen zijn van de vroegere heidevelden. Het gebied is droger dan Zuid-Limburg, minder speels ook. Men zou kunnen zeggen dat de Veluwe zwijgt, waar Zuid-Limburg lacht. Maar anderzijds is de Veluwe bedekt met veel meer landgoederen en met veel meer bossen. Aanvankelijk wilde men de heide omvormen tot akkers, maar toen een grote behoefte aan mijnhout bleef bestaan, werd de als tijdelijk bedoelde dennenaanplant blijvend. Wie bossen zoekt, kan terecht op de Vale-Ouwe, altijd en overal. Rust en stilte zijn er volop te vinden, want het‘we gaan naar de Veluwe’ is hoogst betrekkelijk: veruit het grootste deel van de zogenaamde Veluwereizigers blijft op de grotere wegen. De hemel zij geprezen dat dit zo is. Ik wantrouw alle pogingen die goedwillende lieden in het werk stellen om voor het toeristenpubliek de natuur te ontsluiten, zoals dat heet, en alle pogingen ook die boeken- en gidsenschrijvers aanwenden om dat toeristenpubliek te wijzen op stille plekjes met mooie bloemetjes, vogelgezang enzovoort. Ten eerste moet niemand proberen om de evenmens te vertellen wat de juiste vorm van vakantiehouden is - en daarom ook zie ik niet, welk bezwaar er is tegen bermtoerisme, wanneer ik althans even aanneem dat | |
[pagina 95]
| |
de verkeersveiligheid daar niet onder lijdt. Ten tweede zoekt de meerderheid van de toeristen de stilte helemaal niet. Ten derde is dat vorige alleen maar prettig, omdat dan dus concentratie van de attractiepunten geen enkel bezwaar is en de resterende gebieden des te beter bewaard blijven voor de schaarse liefhebbers van echte stilte en rust. Ten vierde zoekt de meerderheid van de toeristen ook de schoonheid niet. Die is slechts aanleiding en excuus tot de reis; het eigenlijke motief is veeleer de gezelligheid, het attractiepunt of wat ook. Ten vijfde weten de echte liefhebbers de stilte en de schoonheid toch wel te vinden. En ten zesde brengt men iedereen in verwarring, omdat de meeste toeristen nu het gevoel moeten krijgen dat ze dit of dat ‘behoren’ gezien te hebben, terwijl ze erin wezen helemaal niet naar verlangen. Waarom zouden bijvoorbeeld de Italiaanse strandbezoekers trips naar de kunststeden van het binnenland ‘dienen’ te maken? De minderheid die én van het strand houdt én van de fresco's van Rafael moet dat beslist doen, natuurlijk, maar laten de anderen toch alsjeblief aan het strand blijven luieren, des te beter blijven die kunststeden dan gereserveerd voor de echte liefhebbers. Vergeef me deze algemene opmerkingen, lezer, ik wil er in dit verband slechts mee zeggen dat u voor u zelf moet beslissen of u op de Veluwe een dagje bermtoerisme gaat plegen, dan wel gaat doen wat ik u in dit hoofdstuk zal suggereren. Doorgaande over de Veluwe, voeg ik aan dit alles nog drie opmerkingen toe. De eerste is dat ik tegen een auto op de Veluwe geen groot bezwaar kan hebben, want het landschap is in zoverre monotoon, dat men niet elke honderd meter wat anders ziet (zoals in Brabant of Limburg) en dat een strakheid en gemis aan openheid onmiskenbaar is. In enig tempo genomen, geeft de Veluwe daarom zeker geen minder goede indruk. De tweede is dat het negatieve karakter van de Veluwe mijns inziens niet alleen bestaat in het feit dat de dorpen wat loom en sfeerloos zijn en de mensen wat strak, stug, contactloos en onbehulpzaam, maar vooral ook hierin dat de bebouwing vaak zeer storend is en het gebied pijn heeft gedaan (dat lijkt me de juiste uitdrukking). De derde is dat de zuidelijke Veluwezoom een heel eigen karakter heeft en in hoofdstuk 14 en 15 apart wordt bekeken, terwijl ik u nu ga vertellen over het centrale en het noordelijke deel, de enige streek in ons land waar u zich op meer dan vijf kilometer afstand van een verharde weg kunt bevinden, de streek die gekenmerkt wordt door bossen en nogmaals bossen en waar de Veluwe misschien het meest karakteristiek is.
Allereerst geef ik u hier twee autotochten, de eerste in de vorm van een korte aanduiding, de tweede in de vorm van een quasi-puzzelrit (wat de kinderen leuk vinden) met enkele vragen die u de kinderen onder- | |
[pagina 96]
| |
weg kunt laten beantwoorden op een stuk papier, waarna u op het eind van de tocht de antwoorden controleert met die welke achter in dit boek staan. De eerste autotocht is een algemeen oriënterende rondrit van tachtig kilometer, te maken vanuit Apeldoorn, Vierhouten, Elspeet, Nunspeet, Ermelo enzovoort. Omdat het een rondrit is, kunt u overal aanhaken. De tocht geeft, meen ik, een uitstekend idee van het hart van de Veluwe en het traject loopt als volgt: Apeldoorn - veertien kilometer richting Amersfoort, dan bij wegwijzer 1781 linksaf naar Kootwijk - hier dóórrijden tot paddestoel 283, alwaar rechtsaf en nu steeds rechtuit tot wegwijzer 643 - hier rechtsaf naar Stroe - Garderen - heel even richting Putten aanhouden, dan wegwijzers naar Speulde - vlak voor het dorp, bij paddestoel 1015, linksaf naar Drie - bij paddestoel 1025 rechts de grindweg naar Ermelo - Leuvenum - Elspeet - Vierhouten - Gortel (deels smalle grindweg) - Vaassen - Apeldoorn. Een héél mooie tocht. De tweede autotocht is vijftig kilometer lang, begint in Putten (aan de grote weg Amersfoort-Zwolle) en eindigt in Het Harde (idem). + In Putten slaat u de weg naar Garderen in en krijgt dan al meteen een mooi gedeelte. Bij het binnenrijden van Garderen kunt u de kinderen het antwoord op mijn eerste vraag laten noteren: na het plaatsnaambord Garderen ziet u rechts huis Weltevreden; welk huisnummer? + U rijdt nog even verder en slaat bij de wegwijzer linksaf naar Speulde. Daar blijft u dezelfde weg aanhouden. Na korte tijd moet u een voorrangsweg oversteken, inderdaad kruisen dus. Daarna komt u aan een viersprong en wegwijzer 1782, met de tweede vraag: hoeveel kilometer is de hierop aangegeven afstand naar Elspeet? + Nu de richting Elspeet en dus langs het witte kasteel Staverden. Voorlopig volgt u dan steeds de zeshoekige bordjes Noord Veluweroute. U bemerkt dan dat u gevoerd wordt door Elspeet, dan over de uitgestrekte heide bij Vierhouten en langs het hotel Mallejan. Enige tijd verder komt u aan een voorrangsweg met wegwijzer en daar stel ik vraag drie: hoeveel kilometer is de hierop aangegeven afstand naar Nunspeet? + Op deze voorrangsweg rechtsaf en nog altijd de bordjes Noord Veluweroute volgen. U bemerkt dat u door Nunspeet wordt geleid, langs het station en verderop onder de autosnelweg door, waar ik de vierde vraag stel: welk nummer staat op de eerste paal met oranje kop, die u rechts aan de weg ziet nadat u onder de autosnelweg bent doorgereden? Bedoeld is het hoogste cijfer, dat ook het grootst geschilderd staat. + U volgt deze weg en de bordjes nu nog ongeveer acht kilometer. | |
[pagina 97]
| |
Dan komt u op een grote splitsing en slaat hier linksaf, de wegwijzers naar Het Harde volgend. U trekt dan over de Woldberg, een der hoogste verheffingen van de Veluwe, en krijgt op de top een bijzonder mooi panorama. Verderop ziet u rechts aan de weg, vlak voor de spoorwegkruising, café Regterschot, waar ik de kinderen de vijfde vraag stel: schuin-rechts onder de letter t van het woord Regterschot ziet u in dezelfde muur enkele kleine raampjes; hoeveel? En dan komt u uit op de autosnelweg Zwolle-Amersfoort, waar deze tocht eindigt.
Na deze tochten, die u tot het stramien van de dagtrip kunt maken, geef ik u nog diverse tips waarmee u uw voordeel kunt doen om de dag prettig te maken voor alle leden van het gezin. Ik begin dan met de plaatsen die u op de twee autotoeren passeert en het is al meteen raak in Apeldoorn, de stad die in feite een groot en nogal stijlloos dorp is zonder enig toeristisch belang, maar die niet alleen een mooie omgeving heeft, doch ook heel wat attracties in petto houdt. Bekijkt u maar eens wat u voor uw gezinsleden kunt kiezen: het natuurpark Berg en Bos, met diverse wandelmogelijkheden en gelegenheid tot het maken van een boottochtje (miniatuur-Prinsjesdag kunt u wel overslaan, want dat is zonde van tijd en geld); het nabije Bosbad, met ook een midgetgolfbaan voor kinderen; het recreatiepark Malkenschoten aan de Arnhemseweg; de enorme speeltuin Prinses-Julianatoren aan de weg naar Amersfoort; iets verderop de echoput van Hoog-Soeren (zeker niet oninteressant); het Jugendstilmuseum in de villa Maria Lust; het museum Vaal met skeletten en oude wagens; de speeltuin Olde Herberg bij Teuge; het natuurpad in de Loenermark en in Berg en Bos. U ziet dat de spijskaart voldoende groot is om ieder er iets van zijn of haar gading uit te laten kiezen. Ermelo heeft een natuurbad met een speeltuin, Vaassen heeft eveneens een natuurbad en verder ook een forellenkwekerij en het kasteel de Cannenburgh dat u kunt bezichtigen en waarvan Maarten van Rossum eens de eigenaar is geweest. In Putten kunt u het bosbad Klein Zwitserland, met speeltuin, bezoeken, alsmede het pinetum arboretum in het landgoed Schovenhorst. Nunspeet heeft een bezienswaardig diorama in het vvv-kantoor, een natuurbad de Tol, speeltuinen, onder andere bij hotel het Vosje en aan de Zandenplas, en een recreatieautoweg, die van het station naar de nieuwe rijksweg bij de Eperweg voert. In het Loobos tussen Kootwijk en Harskamp bevindt zich een recreatievijver. Al het bovenstaande kunt u bezoeken tijdens het maken van de beschreven autotrips. Wie tijd en gelegenheid heeft om zijn dagprogram nog verder uit te breiden, dan wel onafhankelijk van de twee autotoeren een program wil opstellen, kan ook uit het navolgende een keus | |
[pagina 98]
| |
maken. Aardige musea in deze contreien zijn het tegelmuseum in Otterlo en de museumboerderij aan de Driehoek in Ede. Recreatie kunnen de kinderen verder vinden in de zwembaden van Ede en de speeltuin aan de Wekeromseweg aldaar; het zwembad in Otterlo en de speeltuin bij café-restautant de Waldhoorn; het recreatieoord Veluws Eiland en het zwembad van Beekbergen; het zwembad in Eerbeek en de speeltuin Prins-Bernhardtoren en het zwembad in Epe. Wie op zijn dagtrip een wandeling wil inlassen, neemt het boekje ‘Per auto en te voet’, deel I, van de anwb mee en vindt daarin wandelingen bij Beekbergen, Bennekom, Dieren, Ede, Epe, Garderen, Hattem, Heerde, Hoog-Soeren, Kootwijk, Laag-Soeren, Leuvenum, Loenen, Lunteren, Nunspeet, Purtten, Tongeren, Ugchelen, Vaassen, Vierhouten en Woeste Hoeve, allemaal natuurwandelingen (op hetzelfde terugkomend als ze beginnen) van drie tot acht kilometer. Bovendien zijn voetspoorwandelingen van een à anderhalf uur uitgezet in onder andere het Loobos en de bossen van Nunspeet. Kaarten en beschrijvingen zijn bij de vvv's en ook bij de anwb verkrijgbaar. Min of meer bezienswaardig zijn in deze contreien ook de volgende punten. U ziet maar of er iets voor u en de uwen bij is: het rijksinstituut voor pluimveeteelt in Beekbergen (rondleidingen meestal op donderdag te 14 uur); de waterval bij Loenen en de op aanvraag te bezichtigen papiermolen aan het Apeldoorns kanaal aldaar; de forellenkwekerij in Emst; de kunstpottenbakkerij in Epe; de mooi beschilderde gewelven, die te voorschijn zijn gekomen bij de restauratie van het oude kerkje van Oene bij Epe.aant. |
|