Gezinsuitstapjes in Nederland
(1966)–Leo van Egeraat– Auteursrechtelijk beschermdDagrecreatie voor het hele gezin
[pagina 35]
| |
5 Dagtrip naar het Zuidhollandse binnenlandHet stramien van de dagtrip die ik u thans ga voorstellen, bestaat uit een zeventig kilometer lange autotrip van Oudewater naar Dordrecht of Rotterdam, een trip waarvan ik de beschrijving enigzsins in rallyvorm geef - de kinderen vinden het leuk om dan de tekst te mogen lezen en u te leiden - en waarbij ik onderweg zeven vragen stel, waarop u uw kinderen het antwoord kunt laten zoeken. De juiste antwoorden staan achter in het boekje, aan het eind van de tocht kunt u ze controleren en een beloning uitloven aan de kinderen die goed hebben opgelet en dus alle antwoorden juist hebben. Deze tocht is op zichzelf al een genot, want u zult genieten van de weteringen, de waarden en het water. Maar hij is dus nog niet méér dan een stramien. Wat u er allemaal omheen kunt weven om de dagtrip te vervolmaken, zal ik aan het eind van het hoofdstuk vertellen. Eerst geef ik nu een exacte en zakelijke routebeschrijving, vervolgens geef ik details over de streek en de plaatsen, en tenslotte geef ik nadere suggesties en tips. + De tocht begint dus in Oudewater, waar u vertrekt ófwel in het centrum bij de wegwijzer met daarop de géle aanduiding Hekendorp ófwel aan de achterzijde van de zadeldaktoren en dan langs de Noord- | |
[pagina 36]
| |
IJselkade en verder de Hekendorperweg. Direct buiten Oudewater gaat de weg onder langs de dijk met daarop de vruchtbomen en meteen stel ik daar uw kinderen de eerste vraag: rechts aan deze weg ziet u huisnummer 113; hoe oud was G. van Vliet toen hij de eerste steen legde? + U vervolgt deze weg langs de Hollandse IJssel, zeér mooi als de vruchtbomen bloeien. In Hekendorp blijft u gewoon rechtuit rijden (wegwijzer naar Haastrecht). + Na enige tijd komt u aan een driesprong met daarbij het straatnaambordje Veerlaan. Hier verlaat u de dijk en slaat links die Veerlaan in. U bemerkt dat de tol is afgeschaft en rijdt hierna recht op het raadhuisje van Haastrecht af, volgens velen het modelvoorbeeld van een dorp in het Hollandse polderland. + Onmiddellijk rechts van het stadhuisje gaat u het smalle straatje in. U kruist de voorrangsweg (wegwijzer Vlist aanhouden), volgt de wegwijzer doorgaand verkeer, laat een nieuwe school aan uw linkerhand, volgt de asfaltweg langs het zwembad en de wiekenloze molen, en ziedaar aan uw linkerhand de Vlist, een der mooiste binnenwatertjes van ons land, stromend in de schaduw van wilgen en populieren. + Na geruime tijd krijgt u links een buswachthuisje en direct er achter een brug naar links (met bord einde B-weg). Ga die brug over en aan de overkant rechtsaf, zodat de Vlist nu aan uw rechterhand stroomt. Een smal weggetje, maar een kostelijk weggetje. + Na enige tijd - en na met volle teugen te hebben genoten van dit traject - komt u aan twee borden doorgaand verkeer (links en rechts) plus een brug en daarachter een wegwijzer. Stop bij het rechtse bord doorgaand verkeer en laat de kinderen daar vraag twee beantwoorden: op dit bord staat onderaan in kleine letters een plaatsnaam; welke? + We slaan bij dit bord linksaf, verlaten dus de Vlist en rijden nu lans de Polsbroeker Wetering. De weg gaat recht op het kerktorentje van Polsbroek af. In het dorp rechtuit blijven rijden, het water komt nu links van u. Na geruime tijd (let u op de boerderijen met de was- en bleekstoepjes aan het water?) komt u uit bij wegwijzer 1344, waar ik de derde vraag stel: hoeveel kilometer is op de op deze wegwijzer aangegeven afstand naar Lopik? + Bij deze wegwijzer rechtsaf richting Lopik. De weg gaat even door een kaal land, waarbij u een watertoren passeert, en komt dan bij wegwijzer 1345, waar u rechtsaf slaat in de richting Cabauw. Steeds moet u hier rechtuit blijven rijden langs de Lopiker Wetering. Kostelijk is het hier, nietwaar? De watertjes zijn omzoomd door veel groen en de lintbebouwing is er van het aangename soort. Uiteindelijk krijgt u de toren van Schoonhoven in zicht en vlak voor het stadje komt u aan wegwijzer 5273 en daarbij de Oranjebrug. Ik stel hier de | |
[pagina 37]
| |
vierde vraag: hoeveel verticale spijlen heeft deze brug (beide kanten meetellen)? Laat de kinderen maar weer het antwoord opschrijven, na afloop van de tocht kunt u de goede antwoorden achter in dit boek opzoeken. + U kunt nu eerst Schoonhoven zelf gaan bekijken (zie onder) en in het centrum vindt u dan de wegwijzers naar het Veer, waar u zich laat overzetten over de Lek. + Aan de overkant gekomen, rijdt u rechtuit (wegwijzers Gorinchem). En nu even attentie: na vijf kilometer ziet u direct links van de weg de molen en de kerk van Goudriaan. Daar slaat u - nog vóór de brug - linksaf het plaatsje in. Blijf er rechtuit rijden, over een smalle weg met een watertje rechts van u. Na enige tijd maakt de weg een scherpe bocht naar rechts, direct erna volgt een bocht naar links en dan weer naar rechts en rijdt u door een open stuk land. + U komt uit op een voorrangsweg en volgt deze even naar links, naar Noordeloos. Al gauw ziet u aan de linkerkant van de weg een wegwijzer (4406) en daar slaat u rechtsaf, volgens de aanduiding Hoornaar. Aan deze weer heel mooie weg stel ik de vijfde vraag: links staat een gebouwtje met daarop ‘Polder Groote Waard’ en een jaartal; welk jaartal? + Direct nadat deze vraag beantwoord is, gaat u rechts de gewelfde witte brug over en rijdt verder over een smal weggetje, langs diverse boerderijen en links een molen. Om te controleren of u goed zit: na enige tijd ziet u links de boerderij Slingeland en daarna het naambordje Slingelandseweg. En slingeren doet het hier inderdaad volop. U rijdt nu door de rimboe van de Randstad Holland, waarvan altijd beweerd wordt dat er geen rust en ruimte meer te vinden zouden zijn. Stop dat fabeltje maar in de bagageruimte van uw auto. + Het weggetje komt uit op een voorrangsweg, die u moet kruisen (wegwijzer Giessenburg aanhouden). Evenals daarnet rijdt u langs een weelde aan bloemen, vele soorten bomen en sloten. Opmerkelijk is de wijze waarop de bebouwing harmonieert met het landschap, al zult u dadelijk bemerken dat enige industrie dit landschap verstoord heeft, maar het grootste gevaar - u zult het zelf ook zien - lijkt me te komen van de nieuw gebouwde boerderijen en huizen, die niet altijd even gelukkig zijn uitgevallen. + In Giessenburg blijft u rechtuit rijden, ook bij de kerk, en op de brug krijgt u een mooi uitzicht. De zesde vraag stel ik kort hierna: aan de overzijde ziet u in grote letters het woord Samenwerking staan en daarvóór twee hoofdletters; welke? + U komt uit bij de kerk van Giessen-Oudekerk en slaat daar rechtsaf, volgens de aanduiding Molenaarsgraaf op de wegwijzer. Na een stuk open land kruist u een voorrangsweg (richting Molenaarsgraaf | |
[pagina 38]
| |
aanhouden) en komt in Vuilendam. Vlak voor de dorpskom slaat u hier linksaf, volgens de aanduiding Molenaarsgraaf. + Het laatste watertje van onze tocht stroomt nu rechts van u, de Alblas. In Molenaarsgraaf blijft u rechtuit rijden en onmiddellijk buiten het dorp ziet u links een boerderij uit 1740 met in de gevel drie gevelstenen met leuke rijmpjes die u duidelijk maken hoezeer de streek hier van watersnood te lijden heeft gehad. Bij deze boerderij stel ik de zevende vraag, maar laat uw kinderen wél even nadenken voordat ze het antwoord opschrijven: in welk jaar stond het water het hoogst? + Even verderop ziet u weer zo'n boerderij, nu met twee gevelstenen, en ook hier stond het water blijkbaar het hoogst in hetzelfde jaar als bij de boerderij van daarnet. Nu steeds rechtuit blijven rijden, door Bleskensgraaf (let op het hoekje bij de stenen brug), dan langs drie molens (een bijzonder fotogeniek plekje), altijd met de Alblas rechts van u en zo naar Oud-Alblas en tenslotte Alblasserdam, waar u vlak bij Dordrecht en Rotterdam bent en onze trip eindigt. U weet nu voorgoed wat ‘Holland’ is. Een prachttocht!
Op streek en plaatsen ga ik nu wat nader in en ik geef dan tevens suggesties om de zeventig kilometer lange trip nóg interessanter te maken voor alle leden van het gezin. Natuurlijk kunt u bovenstaande routebeschrijving laten voor wat ze is (al zult u daar spijt van hebben) en voor uw dagtrip een eigen keus maken uit al wat ik in dit hoofdstuk verder beschrijf. U maakt op deze trip onder andere kennis met de Krimpenerwaard, Lopikerwaard en Alblasserwaard. De Krimpenerwaard is een van onze mooiste polders en een van onze oudste, het gebied ook van de zelfkazende boeren. De boerderijen staan meestal met hun smalle zijde naar de weg, hun erven verbonden door dammen of door bruggen met de weg. Ze hebben opschriften als Vadervreugd, God zal het weten, Hij zal het keren, allemaal heel ernstig, want er zijn hier boeren bij die in twintig jaar niet met elkaar gepraat hebben en alles met briefjes afdoen. De Lopikerwaard heeft met de Krimpenerwaard veel overeenkomst, een gebied weer van wei- en hooiland zover het oog reikt, van wilde eenden, weidebloemen en poldervogels, vlugge tureluurs, nerveuze kieviten, statige grutto's. Evenals in de andere waard ziet u hier de geelachtige IJsselbaksteen veel gebruikt, anders dan de stenen van Rijn en Waal en Tegelen. De Lopikerwaard heeft bovendien als karakteristiek de weteringen met de hier geslaagde lintbebouwing eraan, waar de boerderijen volop in het groen staan en van een rooilijn geen sprake is. De Alblasserwaard met de Giessen en de Alblas is de streek van slingerende riviertjes met ruisende wilgen, | |
[pagina 39]
| |
waterlelies, riet, molens, bruggetjes en markante boerderijen, met vaak een hoger geplaatste en stoeploze voordeur, opdat in tijden van hoogwater de schuiten toch gemakkelijk kunnen aanleggen. Op de grienden (het binnen- en buitendijkse land) vindt veeteelt plaats. Verder heeft het drassige gebied de griend- en rietcultuur doen ontstaan, die de laatste tijd echter in belangrijkheid heeft moeten wijken voor de scheepswerven en baggerbedrijven. Oudewater (vraag eens aan uw kinderen, hoe ze de inwoners zouden noemen?) is het stadje waarover Herman de Man zo graag vertelde. In de Waag werden de heksen van heel Europa gewogen en ook ú kunt zich laten wegen en krijgt dan een certificaat mee dat u geen heks bent. Naast de Waag staat het geboortehuis van Arminius - ook de schilder Gerard David werd in Oudewater geboren - en ertegenover ziet u de huizen aan de Donkere Gaard, met opzet hellend gebouwd om zo een beter straatbeeld te krijgen. Op het raadhuis, renaissancestijl uit 1558, vestigen zich elk jaar de ooievaars. In Haastrecht (speeltuin de Kleine Betuwe aan de grote weg van Oudewater naar hier) staat het museum van de stichting Bisdom van Vliet, waar u in feite de gast bent van de mevrouw die altijd met schimmels naar het station van Gouda placht te rijden. In het zilverstadje Schoonhoven (zwembad) worden de lepeltjes, de servetringen en de draaiende molentjes gemaakt. De huizen van de oude stad liggen samengedrongen rond de bedenkelijk scheefstaande toren (138 cm afwijking) van de kerk waarin Olivier van Noort begraven ligt, die van de wereld méér wilde zien dan de Lek en als eerste Nederlander rond de aarde voer, en ook Claes Blom, die in Spanje de Nederlandse windmolen introduceerde. Over de grachtjes met de overbuigende bomen sprenkelt het carillon zijn klanken van stijgende en dalende toonladders. De klokjes zijn gegoten uit de scheepskanonnen van Olivier van Noort en hangen in het stadhuisje, dat gerestaureerd werd met stenen van de verwoeste Lakenhal van Ieper. Voor het raadhuisje is in het wegdek een cirkel gemetseld om de plek aan te geven waar een heks werd verbrand. Vlakbij, aan de Haven 13, staat het Edelambachtshuis met een expositie van zilverwerk. Naar de andere kant wordt het grachtje afgesloten door het waaggebouwtje met orgels in het interieur. En de Veerpoort staat er als een geornamenteerde opening in de wallen. Daar vlakbij biedt restaurant Belvédère een mooi uitzicht over de Lek.
Even terzijde van de beschreven route liggen enkele andere plaatsen, die u gemakkelijk kunt aandoen, en wel Gouda, Kinderdijk en Dordrecht. Voegt u ook deze erbij, dan ontstaat inderdaad een uiterst gevarieerde en lonende dagtocht. Probeer zo mogelijk Gouda op een donderdag te bezoeken, dan wordt er de kaasmarkt gehouden (veel | |
[pagina 40]
| |
‘echter’ dan die van Alkmaar), waarbij de kaas op mooie boerenwagens uit de Krimpenerwaard wordt aangevoerd en u in de Waag de kaas kunt proeven en een filmpje over de kaasbereiding bijwonen. De kinderen zullen dit wel leuk vinden en bovendien kunt u voor hen in petto houden de miniatuurkermis aan de Groene Weg 69, de rondvaarten over de Reeuwijkse Plassen (firma Hilgers) en het atelier van de plateelschilder in het Visbankhuisje aan de Lange Gouwe. Het pijpenmuseum de Moriaan (Westhaven 29), dat enig is in de wereld, en het stedelijk museum (Oosthaven 10) met een restaurant in de flessenkelder van de oude apotheek, zijn eveneens het noteren waard. Zo eveneens het poppen- en klokkenspel aan de oostgevel van het stadhuis, waarvoor geen hout, maar schuimplastic werd gebruikt. Uzelf en uw oudere kinderen kan ik ten sterkste het bezien van de wereldberoemde glazen ramen in de Sint Janskerk aanraden, althans als u voor schoonheid gevoelig bent en beslist niet als een verplicht nummertje. De ramen werden aangebracht tussen 1555 en 1577, en omdat de kerk in 1572 van katholieke in protestantse handen overging, zijn er twee groepen te onderscheiden. De ramen uit de katholieke periode dateren van direct na 1552, de iets jongere uit de protestantse tijd hebben wat minder kleurenrijkdom. De ramen worden alle gekenmerkt door het feit dat ze eerder verhalen zijn, geschilderd op glas, dan mozaïeken van gekleurde glasstukken als in Bourges en Chartres. In kleurenschittering staan de Goudse ramen daarom ten achter bij die in Engeland (Canterbury) en Frankrijk, maar als illustraties op grote schaal hebben ze hun weerga niet. Ga niet alle ramen bekijken, maar beperk u tot het volgende (de nummers staan duidelijk aangegeven): raam 5: de koningin van Saba voor Salomon (werk van Wouter Crabeth); raam 6: Judith en Holofernes (Dirk Crabeth); raam 7: Salomons oordeel en daaronder Laatste Avondmaal (Dirk Crabeth); raam 8: de tempelschenner Heliodorus gestraft (Wouter Crabeth); raam 30 (bij 8): Jonas en de walvis (Dirk Crabeth); raam 12: geboorte van Christus (Wouter Crabeth); raam 18: Christus antwoordt de leerlingen van Johannes (Dirk Crabeth); raam 22: Christus verdrijft de kooplieden uit de tempel (Dirk Crabeth); raam 23: offer van Elias en daaronder de voetwassing (Wouter Crabeth); raam 28a: bevrijding van Nederland (modern raam van Charles Eyck). In Kinderdijk, zo genoemd omdat hier bij de watersnood van 1421 een wieg met kind aanspoelde, staan negentien molens bijeen. Ze draaien op de zaterdagmiddagen van juli en augustus. U kunt er dan een wandeling langs maken en een moleninterieur bezichtigen; op het foldertje dat u meekrijgt, staan nadere details. Bovendien is, ook op andere tijden, een boottocht mogelijk, maar laat die niet in plááts van de wandeling komen. Het overtollige water van de Alblasserwaard | |
[pagina 41]
| |
wordt eerst naar de zogenaamde boezems (kanalen) gemalen. Deze lopen tot aan de molens van Kinderdijk, die het water verder brengen naar de zogenaamde hoge boezems; dat zijn waterreservoirs die door sluizen verbinding hebben met de Lek. Sinds in 1952 een elektrisch gemaal werd gebouwd, pompen de gemalen het water onafhankelijk van de wind het water op. Men heeft echter de molens laten staan voor geval de elektriciteit, bijvoorbeeld in oorlogstijd, zou uitvallen. Dordrecht is een stad die u zult gaan waarderen - ondersteld althans dat u gevoelig bent voor oud stedenschoon - als u de wandeling maakt (1 uur), die ik u dadelijk voorstel. Laat de kinderen dan vóórwandelen en laat ze bovendien onderweg de vijf vragen beantwoorden die ik zal stellen. De goede antwoorden erop, die u kunt honoreren, staan achter in het boekje. Zó zullen uw kinderen allesbehalve bezwaar tegen een korte wandeling maken en u maakt ze dan tevens spelenderwijs vertrouwd met stedenschoon, terwijl u ook zelf tijdens de wandeling voldoende rust hebt om uw ogen wijd open te zetten. Ik garandeer u een heel fijn uurtje, wanneer u als volgt wandelt. + U begint in het centrum en wel op het kruispunt van Vischstraat en Voorstraat bij het monument van de gebroeders de Witt. Het monument aan uw linkerhand laten en links afslaan. Let niet op het afschuwelijke stadhuis, dat u na korte tijd ziet en blijf rechtuit wandelen door de Grote Kerkbuurt, een voorbeeld van een straat die een goed beloop heeft en een goede verhouding bezit tussen straatbreedte en huizehoogte. Let in deze straat op huisnummer 21-23, want daar stel ik de eerste vraag: op de hoeveelste september werd Johan de Witt geboren? + U krijgt nu een mooi gezicht op de Grote Kerk. Ga vóór de kerk nog even linksaf naar het water kijken: het lijkt hier op Venetië. Daarna loopt u langs de kerk. Als u binnen wilt gaan kijken: let vooral op het kunstige koorhek en op de koorbanken met de uitbeelding van vechtende jongens. De toren, die u kunt beklimmen, helt bijna twee meter. Ertegenover neemt u de Korte Geldersekade en dan rechts de Hooikade langs de rivier. Heel mooie uitzichten hebt u hier en ik stel de kinderen de tweede vraag: hoeveel woonlagen heeft het flatgebouw daar aan de overkant? + Aangekomen bij het Catharijnepoortje gaan we naar rechts. Nu even rechtuit (mooi gezicht op de kerk), dan links de brug over en schuin rechts de Nieuwe Haven nemen. Merkt u hoe karakteristiek Dordrecht hier is? Op nummer 29 kunt u eventueel het museum van Gijn bezoeken, met onder andere een oude keuken en speelgoed en japonnen uit vroeger tijden. + Aan het eind van de de Nieuwe Haven linksaf en direct rechtsaf en we zijn aan de Wolwevershaven, een bijzonder mooi oud stadsdeel, | |
[pagina 42]
| |
dat aan Kopenhagen herinnert. Let op de pakhuizen. Ik stel de derde vraag: uit welk jaar dateert het pakhuis op nummer 30? + Aan het eind van de Wolwevershaven rechts de klapbrug over en dan naar links de waterkant volgen tot aan de Groothoofdspoort. Hier hebt u een mooi uitzicht over Europa's drukste rivierenkruispunt: twaalfhonderd schepen per dag. Ik steler de vierde vraag: boven in de poort staan in een gevelsteen enkele rode jachthoorns; hoeveel? + Nu onder de poort door. Dan naar links, de brug over, en direct rechtsaf. Het water is dus aan de rechterhand. Helemaal aan het eind van deze karateristieke kade gaat u het trapje op. Wanneer u dat gedaan hebt, ziet u links een héél klein steegje. En daar wil ik u even in hebben, het is het smalste straatje van de stad (anderhalve meter) en ik stel er de vijfde vraag: wat is het nummer op het twééde huisnummer aan de linkerkant in dit steegje? + U gaat weer terug. Rechtuit de Nieuwbrug over en dan links door de Wijnstraat. Ook deze oude straat heeft een mooi beloop. U komt uit op het Scheffersplein. Daarachter ligt de Groenmarkt en dan bent u weer terug op het uitgangspunt. Een uur hebt u kunnen genieten van oud stedenschoon op zijn best en van een karakteristieke waterstad. Is het een warme zomerdag, dan kunt u tenslotte de kinderen nog tracteren op een duik in het Wantijbad of een ritje naar het strand bij de nabije Moerdijkbrug met recreatiecentrum. Maar u hebt al lang begrepen dat u met behulp van alle gegevens uit dit hoofdstuk een lange, een mooie en een hoogst afwisselende dagtrip kunt samenstellen met voor alle gezinsleden elck wat wils.aant. |
|