Voorwoord
Deze uitgave was niet tot stand gekomen zonder de bereidwilligheid en hulp van een aantal mensen. Toen André Hanou mij verzocht 45 afleveringen voor mijn rekening te nemen, kon ik nog niet weten dat ik enkele maanden nadat ik toegezegd had, een baan zou krijgen als onderzoeker. Daardoor moest het correctie- en typewerk, alsmede het opstellen van de inleiding ineens in de avonden en weekeinden gedaan worden. Vincent heeft de voortzetting van het weekeindwerk, waarvan hij verwachtte dat hij er na de voltooiing van mijn dissertatie een tijdje van verschoond zou zijn, ruimhartig verdragen. De kinderen hebben er bovendien steeds voor gezorgd dat het nog veel langer duurde dan voorzien. André Hanou heeft daarentegen stug volgehouden dat het niet gaf dat er nu zoveel meer tijd overheen ging voordat de tekst gereed was en mij steeds uitbundig bedankt voor het melden van nieuwe vertragingen.
Jan Bijl van de firma Docupoint in Capelle aan de IJssel leverde ondersteuning bij het gebruik van ABBYY Fine Reader en kwam toen de nood aan de man was zelfs persoonlijk een tweede exemplaar van het programma brengen. Hans Mulder van de afdeling oude drukken van de bibliotheek van de Universiteit Utrecht zorgde dat de scans er kwamen en Eric C.B.M. de Groot van de afdeling fotografie en reproductie verzorgde een snelcursus ‘lerende OCR programma's’, hetgeen hem nog de nodige tijd kostte.
Rietje van Vliet was bereid ook in tijden van verhuizingen de laatste versie te corrigeren en mij van advies te dienen. Joke Roelevink hielp bij de verklaring van een aantal lastige termen.
Joost Kloek heeft er nooit iets van gezegd dat ik wel erg veel verplichtingen naast mijn gewone werk op mij had genomen. Hij was zelfs bereid ook vragen over de Hollandsche Spectator te beantwoorden. Enigszins in tegenspraak met deze ruimhartigheid wacht hij met sardonisch genoegen op het resultaat. Met evenveel genoegen zie ik zijn reactie op deze uitgave tegemoet.
Houten, september 2001