De Hollandsche Spectator
(1999)–Justus van Effen– Auteursrechtelijk beschermdAflevering 61-105: 26 mei 1732 - 27 oktober 1732
[pagina 7]
| |
InleidingDe levensloop van Justus van Effen (1684-1735) en zijn spectatoriale reilen en zeilen is uitvoerig belicht in de toelichting op de vertogen 31-60 in de editie Groenenboom-Draai.Ga naar voetnoot1 De hier gepresenteerde vertogen 61-105 van De Hollandsche Spectator verschijnen in de periode van 26 mei tot en met 27 oktober 1732. In de laatste maand verandert er veel in het leven van Van Effen: op de valreep krijgt ook hij een ‘ambt’, ontvangt hij officiële lof voor zijn spectator en wordt hij vader.Ga naar voetnoot2 Dankzij een borgstelling van zijn Leidse vriend Theodoor van Snakenburg en de bemiddeling van Bernard van Welderen, die hij in 1716-9 als gouverneur begeleidde in Leiden, kan Van Effen op 14 oktober 1732 de (door hem in vertoog 79 zwaar bekritiseerde!) ambtseed afleggen als “Commies van 's Lands Magazijnen van Oorlog” in 's-Hertogenbosch. De functie zelf was bepaald geen intellectuele uitdaging: tellen, controleren, repareren en op voorraad houden van wapentuig, militair materieel, kleding en zo meer,Ga naar voetnoot3 maar een vast jaarinkomen van ƒ500 zal veel hebben verzoet. In de oktober-aflevering van de gezaghebbende Maendelyke uittreksels, of Boekzael der geleerde werelt krijgt De Hollandsche Spectator een lovende recensie.Ga naar voetnoot4 De waardering voor zijn jongste geesteskind sloeg een positieve brug naar zijn voorgaande redacteurschappen en zijn naam als gouverneur bij enkele gerespecteerde families. Het succes met zijn eerste Nederlandstalige spectator leek hem definitief te kunnen losweken van zijn geboorte uit ‘kleine luyden’ en dat moet hem een enorme genoegdoening hebben gegeven. Eindelijk een weerwoord op niveau voor zijn in zijn jonge jaren juist om zijn geringe afkomst door sociaal hoger geborenen meer dan eens gekwetste gevoel van eer en eigenwaarde. Ook wordt hij, 48 jaar oud, vader, al erkent hij het kind in eerste instantie niet officieel. Op 8 oktober 1732 wordt Melchior Justus in het | |
[pagina 8]
| |
doopregister van de Haagse Grote Kerk ingeschreven als de zoon van de 21-jarige Elizabeth Sophia Driessen en van “Jan Efferen”, een familienaam die Justus van Effen al eerder gebruikte.Ga naar voetnoot1 Volgens Buijnsters wilde Van Effen aan deze amoureuze verhouding geen ruchtbaarheid geven omdat hij “een grondige hekel had aan ‘vuilaartige’ nieuwsgierigheid”.Ga naar voetnoot2 Het lijkt mij dat echter overwogen moet worden of Van Effen zijn vaderschap en zijn relatie met Elizabeth S. Driessen, afkomstig uit een sociale klasse die hij in ieder geval publiekelijk ontstegen leek, niet vooral geheim wilde houden uit angst zijn baan en positie op het spel te zetten. Ook al eerder immers, in juni 1725, was gebleken dat hij zijn dan verworven hogere sociale status en daaraan gelieerde vriendenkring prefereerde boven een huwelijk dat door zijn makkers als een mesalliance zou worden beschouwd. In 1732 wenst hij zijn maîtresse dan ook wel in zijn buurt, maar niet in de directe nabijheid van zijn nieuwe Bossche domicilie: zij komt in Heusden wonen. Zij huwen op 21 april 1735, vijf maanden voor zijn dood.Ga naar voetnoot3 |
|