Liefdedood
(2013)–Homme Eernstma– Auteursrechtelijk beschermdVertaald uit het Fries door Alpita de JongVertaling van het vijfde hoofdstuk uit Leafdedea, dat de auteur heeft laten wegvallen in de Franse vertaling en de door hem ‘vertalend herschreven’ versie in het Nederlands.
Nog dezelfde dag vertelde de zuster aan de keukenmeid van Holdinga State wat ze gezien en ervaren had. Ze voelde zich als de heilige Theresia van Lisieux. Nu ze eenmaal de hemel had gezien en de ware liefde geproefd, voelde ze dat het leven voor haar doelloos was geworden. Het had geen enkele betekenis meer, behalve dan dat ze iedereen over haar blijdschap en over de hemelse liefde moest vertellen. Ze was zo in- en inblij, gelukkig en tevreden. Eigenlijk behoorde ze niet meer tot deze wereld. In feite was ze al met de heer van Holdinga in de hemel. Natuurlijk deed het verhaal onmiddellijk de ronde. Het werd een grote schande genoemd dat Wibe nota bene op zijn sterfbed zijn privé-verpleegster had behekst. En dat terwijl zij toch zo goed voor hem had gezorgd. Al gauw verboden de biechtvader en later ook de visitator de zuster om ook maar met één woord over haar ‘droom’ – zoals zij het noemden – te reppen. De absolutie kon haar ook al niet worden geschonken, omdat ze niet echt tot inkeer wilde komen. Er is zelfs even sprake van geweest haar te exorciseren. Maar dat werd ontactisch geacht. En bovendien overbodig, en zelfs fout. Ze had immers gewoon heel even gedroomd, niet langer dan hoogstens een paar minuten. Meer niet. De zuster kon niet zwijgen. Iedereen moest horen van haar hemelse liefde. Dus is ze naar een eenzame missiepost gestuurd. Haar werd gezegd dat het een bijzondere en belangrijke opdracht was. Er was veel haast bij. Zoveel dat voor inentingen geen tijd was. Ze vond dan ook al vrij gauw de dood. De heilige sacramenten heeft ze natuurlijk niet gekregen. Daar had ze ook geen behoefte aan. In haar situatie waren die overbodig. Wibe had geen testament gemaakt. Zo viel zijn nalatenschap toe aan zijn enige nicht. Ze was uit de familie van moederszijde. Haar hele leven had ze niets met Wibe te maken willen hebben. Nu was ze achtennegentig, en werd verpleegd in een inrichting op de Veluwe. Op Holdinga State kwam in eerste instantie de Stichting Hogeland, voor mensen met een alcoholprobleem. De bevolking was er razend om. De verhouding tussen Holdinga State en de omwonenden was nu nog slechter dan voorheen. Met de dronkaards kwam op Holdinga State en in de streek het Nieuwe Licht. Lang heeft de Stichting Hogeland er niet gezeten, op Holdinga State. Het bezwaar was dat er vlakbij mensen woonden. En in Beekbergen waren ondertussen gloednieuwe paviljoens neergezet. Nu zitten er asociale vrouwen uit de grote steden op Holdinga State. In de omgeving zijn de mensen er maar slecht over te spreken. Ze zeggen keer op keer: ‘Hoe kon ’t ook anders. Het is wel duidelijk. Dit heeft die oude Wibe ons weer geleverd.’ |
|