Louteringen(1927)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Loutering Eenmaal zong mijn hart Uw Woorden Boven arbeid, zorg en strijd, En mijn zingen zwierf verloren In Uw blauwe oneindigheid. Doch thans hebt Gij mij gebroken En ik weet mij arm en naakt Midden schaduwen gedoken Van een smart die schooner maakt. Koortsig branden mijne oogen En ik wankel, waar ik sta, Tusschen broeders neergebogen, Heer, mijn hand ter zware spa. Moeizaam keeren wij de gronden Van dit dor verschroeide veld... Zie, uit ongestelpte wonden 't Donker-warme bloed ons welt. Eenmaal zong mijn hart Uw Woorden Boven arbeid, zorg en strijd, En mijn zingen zwierf verloren In Uw blauwe oneindigheid. Doch thans deed Gij mij omringen Met de schaduwen van Uw Wraak, En ik mag U heerlijk zingen Van een smart, die zuiver maakt! Vorige Volgende