Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Tot God Nooit hebben wij Uw Genade begeerd. Toch waren wij immer Dijn. Nooit heeft onze harten de twijfel gedeerd Om zege en geborgen-zijn. Gij zijt het bloed, Dat in ons waakt, Het Weten, dat het Vaandel voert. Gij draagt den gloed, Die wordt tot vlam En stralend ons de paden baant En ons als sterren maakt! Te strijden hebben wij nimmer gevreesd. Toch minden wij Vrede's Brood. Gij zijt de Wekroep, die altijd geneest - Al ware het door den dood. Gij zijt het bloed, Dat in ons waakt, Het Weten, dat het Vaandel voert. Gij draagt den gloed, Die wordt tot vlam En stralend ons de paden baant En ons als sterren maakt! Óns bidden leeft duurzaam in onze daad. Dáád heet ons gebed tot U. [pagina 180] [p. 180] Wij zijn de Trouw, die nimmer vergaat, Het Rijk is het eeuwig Nu. Gij zijt het bloed, Dat in ons waakt, Het Weten, dat het Vaandel voert. Gij draagt den gloed, Die wordt tot vlam En stralend ons de paden baant En ons als sterren maakt! Herbert Böhme Vorige Volgende