Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Dichter ... Men heeft dit woord Verweekt, Ontzield... De dichters Knikten welzalig In hunne kamers - Kamp-ontwijkers, Levens-ontkenners... Neen, dit woord Werd een dood ding, Klinkend - als blik... Op de vaalt met het vooze! Slechts hij is poëet Die zijn Volk niet schuwt, In de handen spuwt, Aanpakt En na den arbeid De makkers bijeenroept, Hun geestdrift in-zendt, Hen dieper bewust maakt Van de heilige Gemeenschap van ALLEN! [pagina 140] [p. 140] Poëet zijn Is waak zijn, Strijder, Soldaat zijn, Leider! Otto Fersch Vorige Volgende