Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] De Duitsche aarde Wie kan onze zielen dooden, Wie het jonge bloed verderven! Bukt de boom als stormen woeden, Bloedt de stam uit felle kerven: In de Duitsche aarde dringend, Àl bedwingend, In een nooit zich willen geven, Werft de wortel zich het leven. Wie kan onze harten buigen, Wie de helle oogen dooven! Scherpe nood leert weer gelooven: Hoe, in Duìtsche aarde dringend, Àl bedwingend, In een nooit zich willen geven, Dáár uw bloed begint te leven. Wie kan onze polsen boeien, Wie den vuurgen geest verneêren! Uit ons Zijn zal Vrijheid bloeien: Vlammen die den nacht verheeren. Want in Duitsche aarde dringend, Àl bedwingend, In een nooit zich willen geven, Stijgt ons leven groot ten Leven. Erwin Guido Kolbenheyer Vorige Volgende