Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] De fakkelloop De fakkel gaat van vuist tot vuist - Als één haar aan den dood ontreet Omklemt haar straks een andere hand. De vlammende estafettenloop IJlt verder... De tijd verstroomt en niemand vraagt Hoe lang een man de fakkel voert. Slechts dat zij rein en lichtend laait En dat in haar een hart mee brandt Verlangt men. Zoo dragen nu ook ik en gij De fakkel naar het verre wit En rennend hoeden wij haar vuur. In 't donker vòòr ons wachten reeds De andren! Heinrich Anacker Vorige Volgende