Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Gedicht Ondoorgrondlijk en groot, Sterflijken nimmer onthuld, Is 't geheim des offers Dat dood en leven omringt. Of jongren in helle Geestdrift hun jeugd ontsterft -, Geslachten bezwijken In doods-verachtenden strijd -, Moeders heerlijk het Vaandel zegenen Dat het bloed harer zonen dronk -: Steeds verborgen blijft Ons het Wezen Van offer en einde. Maar diep in ons Welt gestadig een Weten: Nimmer vergeefs Gebeurde het offer, Want niets is godlijker dan Liefde gewijd door Het offer des bloeds voor het Volk. [pagina 58] [p. 58] Vuur is offer, Loutrende gloed van Reinheid en kracht -, En hoogste menschlijke Daad die verzichtbaart het Doel. Ziet, op den heuvel, ginds, Hart van de offerdaad, Straalt boven nacht en dood Eeuwig de Graal. Heinrich Gutberlet Vorige Volgende