Groot-Duitsche dichtkunst(1942)–Jan H. Eekhout– Auteursrecht onbekendEen reeks vertolkingen Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Wrocht! Gij zaaidet, en gij ziet den akker aan, Die leeg en donker ligt en niet wil baren En uwe oogen worden moede, en staren: Het zaad lijkt in den uitworp reeds vergaan... Ontwaakt! Ontschudt u, Zaaier, alle waan! Wéét: hij, die al te snel het koorn wil garen, Als loon voor de eerste breede zaai-gebaren, Heeft nimmer gronden van een ban ontdaan! Millioenen krachten moeten in den schoot der Aarde ge-bed zijn, willen wij den dood der Onvruchtbaarheid. En kracht heet: hàrte-bloed. Wat telt één zaad, wat tellen honderd zaden, Als over duizenden het noodlot woedt? Wrocht! En de rijkste oogst wacht op uw daden! Rainer Schlösser Vorige Volgende