De koninklyke harp-liederen(1698)–Cornelis van Eeke– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 423] [p. 423] Het CXXII. harp-lie[d] Toon. Laat treuren die treuren willen. WEgh zugten! en droevig klàgen, Mijn treuren is nu al gedaan: Want Ik hoor buur en vriend en màgen Tot my roepen, laat ons gaan! 2.[regelnummer] Elk volge, wy gaan vast vooren, VVy trekken we'er blijdelijk heen', Na 's Heeren heiligdom en Chooren Om zijn heuvel op te tre'en. 3.[regelnummer] Wy zullen ons binnen wallen Vermàken, en zien daar een Stad Die in cieraad pronkt bòven allen, En die óvervloeid van schat. 4.[regelnummer] Die oude, zeer-verr'-vermaarde, De Waereld allom nu bekend, Daar Jacobs stam-huis ooit vergaarde, Voor des Heeren heil'ge tent. 5.[regelnummer] Daar zullen wy Gode danken, Voor alle het ontfangene goed, Alwaar geregte en vonnis-banken Rust verschaffen by den spoed. 6.[regelnummer] Gezégend zy Sàlems vesten! Gezégend, all wie ze bewoond! Een wensch'lijk lot valle hem te besten, Wie maar Sàlem gunste toond. 7.[regelnummer] Den wàren en vasten vréde, Fonteine van alle geluk, Houde eeuwig in uw poorten stéde! Toegeslòten voor den druk. [pagina 424] [p. 424] 8.[regelnummer] Een ryken en zoeten régen, Daal' néder op ù, en begiet' Uw hof-paleizen met een zégen, Die tot allen héne vliet. 9.[regelnummer] Maar waarom togh zyn de zinnen, Zoo kragtig na Sàlem gewend? 't is om myn vrinden die daar binnen, My als vrinden zyn bekend. 10.[regelnummer] Die regte, die lieve vrinden, Myn vrinden niet enkel in 't bloed, Maar die Ik en die my beminden, Uit gelykheid van gemoed. 11.[regelnummer] Myn broeders en méde-looten, Gebooren ùit Godlyken geest, En teffens met my lot-genooten, Van het waardigste offer-feest. 12.[regelnummer] Ja zéker, dat is de réden: Dùs, Gode-dierwaardige schaar! Wensch Ik ùit hert-genégenthéden, Dat God eeùwig ù bewaar. 13.[regelnummer] Hy schenke ù dien vré'e, die nimmer Zal worden gekreùkt of gesteùrd! Hy zégen' dat gewyd getimmer, Tot zyn dienst-werk ùit gekeurd. 14.[regelnummer] Dien verre-beroemden tempel! Dat wonder! dat heerlyk vertrek, Hy geef dat niemand vloer of drempel Van zyn heilig Choor bevlekk. Vorige Volgende