Stegman (Fredrik) 1636/37-1693
Geb. Embden 1636/37, begr. Nieuwe Kerk 7-10-1693, zoon van Harmen, ondertr. kerk 4-5-1663 Sara Pipart, ged. Walenkerk 19-9-1627, begr. Walenkerk 8-3-1703 (2de kl.), dochter van Paulus Pipart en Sara Clinquant, boekverkoopster (test. 25-10-1661, N.A. 1139, 107).
Op 4-5-1663 bij zijn ondertrouw gaf hij als beroep op boekbinder, op 20-8-1663 werd hij gildelid als boekverkoper. Aanvankelijk was hij blijkbaar gevestigd in de boekwinkel van zijn schoonmoeder in de Vrouwensteeg; een uitgaaf van Eduwart Marmet, 't Geloove en hope der kindren Godts..., vertaald door Petrus Heringa, heeft het adres: t'Amsterdam, Bij Frederik Harmensz Stechman, boekverkooper in de Vrouwensteeg; in de Boek- en Papierwinkel, 1664’. In 1674 woonde hij reeds op het Water, waar hij ook overleed, bij de Vrouwensteeg. Op 19-5-1670 kreeg hij als papier- en boekverkoper privilege van de Staten voor de Kundschappen van Parnas of politique wetsteen van Trajano Boccalini, dat hij uit het Italiaans had laten vertalen (zie ook KS 783). Ledeboer noemt hem als Frederich Stechman (bij zijn ondertrouw tekende hij Frerick Harmens Stechman) met uitgaven van 1670-1674, die hij o.a. bij Hero Galema te Harlingen liet drukken. Op 21-10-1680 was hij nog gildelid, daar hij toen met overlieden accordeerde voor f 1.12. - wegens het gildegeld en het ten begrave gaan (G.A. 52), maar op de lijst van 1688 komt hij niet voor, waarschijnlijk omdat hij zich geheel aan de papierhandel wijdde. In 1683 en 1688 behoorde hij tot de goede mannen als papierkoper. Na zijn dood zette de weduwe de papierhandel voort met haar zoon Paulus, zoals blijkt uit de acte van opheffing van deze compagnie van 10-1-1695 voor