Schulerus (Fredericus) 1641/42-1676
Geb. 1641/42, begr. Westerkerk 12-9-1676, zoon van Carel Schulerus, predikant, en Catharina Steenwijk, ondertr. kerk 12-7-1669 Geertruydt Martens, ged. Nieuwe Kerk 21-11-1647, dochter van Anthony Martens, boekhouder, en Susanna Hooftman; zij hertr. Isaac Meleyn (zie aldaar).
De vader van Fredericus Schulerus was in 1657 hertrouwd met Annina Boudaen, zuster van Lucretia Boudaen, die in 1660 met Christoffel van Gangelt trouwde. Op 3-11-1666 kwamen Samuel Bernart en Fredericus Schulerus voor not. de Vlieger overeen om de geschillen over de opheffing van hun compagnie in papieren, opgericht op 24-9-1666 voor not. Oly, voor te leggen aan de boekhouders Johannes Phoonsen en Balthasar Stoffelsz en zich aan hun uitspraak te houden. De uitspraak van de beide boekhouders geeft een zeer preciese opsomming van de stand van zaken van de vorderingen. Een schuld van David Raket van f 1093.15. - kwam aan Schulerus, de andere werden verdeeld. (N.A. 3612). Van 1667 tot 1675 handelde Schulerus samen met Lucas van Coppenole (zie aldaar), maar ook daarnaast alleen (zie van Gangelt). Waarschijnlijk woonde hij aanvankelijk bij van Coppenole op de Dam, tot zijn trouwen toe. Op 1-3-1670 legde hij voor not. van Breugel een verklaring af en was toen op het Water bij de Kapelsteeg gevestigd (N.A. 3496 II, 14). Op 27-4-1672 werd hij bij willig decreet voor f 10800. - eigenaar van de helft van het huis De Roode Wagen op het Water tussen de Vrouwen- en Baafjessteeg, dat door de boekverkoper Joost Pluymer werd verkocht (A.W.D. 19, 263) en dat later over zou gaan in het bezit van de familie Stegman. Dat bewoonde Schulerus tot zijn dood en het kreeg de naam de Franse Papiermolen. Op 14-7-1671 werd hij als papierkoper poorter zonder daarvoor te betalen, als zoon van een Amsterdams predikant. Op 22-7-1676 maakte hij zijn test. voor not. Lock, voor wie op dezelfde dag de papierkoper Anthony de Haas een test. maakte (N.A. 2181, 131 en 135). Anthony de Haas werd reeds op 31-7-1676 in de Nieuwe Kerk begraven. Volgens Enschedé (P 107-108) ging de weduwe de Haas, Margarita van der Merct, met de papierhandel verder als wed. de Haas en Schuylerus. Dit is ontleend aan een acte betreffende uithangborden, die zonder datum, maar met het
jaar 1676 wordt gepubliceerd door Mr. N. de Roever (Uit onze oude Amstelstad II (1890) p. 64), waar mee wordt gedeeld dat op 't Water bij Gilles van Hoven de Papiermolen uithangt, bij de weduwe de Haas en Schuylerus de Franse Papiermolen en bij Domna ook de Franse Papiermolen. Daar de Roever geen bron opgeeft, kan ik de acte zelf niet naslaan. Het lijkt mij echter niet uitgesloten, dat bij Anthony de Haas, die zijn eigen huis op de hoek van de Papenbrugsteeg bewoonde, waar de Haas in de gevel stond (Kw. 4 N, 205vo overdracht van 1-5-1720 door de erfgenamen van Margarita van der Merct), ook de Franse Papiermolen had uitgehangen en dat de weduwe daar nog