De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen
(1967)–Isabella Henriëtte van Eeghen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
(Janssonius) van Waesberge, boekverkoper (zie aldaar), en Elisabeth Janssonius, ondertr. kerk 24-12-1677 Susanna Janssonius, ged. Oude Kerk 11-12-1646, begr. Oude Kerk 4-12-1708 (2de kl.), dochter van Jodocus Janssonius, boekverkoper, en Francina van Offenberch. 17-12-1677 huw. voorw. voor not. D. Doornick (N.A. 1945, 409). 26-10-1680 test. voor not. mr. D. Doornick (N.A. 5210). 29-1-1708 test. voor not. Schabaelje, getuigen Hendrick Strick en Samuel Schoonwaldt (N.A. 6038, 557) en 18-9-1708 voor idem (N.A. 6040, 1459). | |
Adressen1677 en 1680 op het Water, april 1682 metterwoon naar Dantzig (KS 1351), 1708 tijdelijk op het Water bij de Korenbeurs ten huize van hun schoonzuster Anna Mierinck. | |
Boekhandel16-12-1675 gildelid, betaalt jaarzang tot en met 1708. 1679 was hij reeds te Dantzig als boekverkoper gevestigd, zoals blijkt uit de stukken van een proces tussen de weduwe van zijn zoon Johannes en zijn dochter Susanna, getrouwd met Paulus van Hemert, in 1725 (KS 305-306 en 316-319). Daarbij zijn twaalf magazijncatalogi van de boekwinkel van Gillis Janssonius van Waesberge van 1679-1706 te Dantzig, waarin ook veel Poolse boeken en Rooms-Katholieke kerkboeken in het Latijn voorkomen. Hoewel alleen de naam van Gillis wordt vermeld (op de catalogus van 1706 tevens die van zijn zoon Johannes), werden de zaken te Amsterdam en Dantzig door de broers Joannes en Gillis tezamen gedreven (aanvankelijk had hun vader daarin ook deel, zie aldaar). Het huis te Dantzig was gemeenschappelijk eigendom. Op 10-9-1712 verkocht Hendrik Janssonius van Waesberge, toen te Dantzig zijnde, de helft, die aan zijn moeder behoorde, aan Johannes Janssonius van Waesberge Gilliszoon, die dit huis in 1715 verkocht. Behalve winkels te Amsterdam (de belangrijkste) en te Dantzig hadden de broers Joannes en Gillis ook nog winkels te Frankfort en Leipzig gehad. Van deze laatste berust een catalogus van 1706 op naam van de Janssonio-Waesbergios bij de processtukken. Paulus van Hemert, die behalve aan zijn schoonzuster ook al eerder een proces had aangedaan aan zijn aangetrouwde tante Anna Mierinck, de weduwe van Joannes Janssonius van Waesberge, en haar zoon Johannes, betoogde, dat de zaak ten tijde van het overlijden van zijn schoonmoeder wel f 100000. - waard was geweest. Zijn schoonzuster ontkende dit niet, maar wees erop dat daarbij veel commissiegoed was geweest. 30-10-1707 sloten Anna Mierinck, voor zich en voor haar drie kinderen, en Gillis Janssonius van Waesberge voor not. van Jaarland een overeenkomst over de compagnie van boekhandel, die in 1675 door de broers Joannes en Gillis tezamen met hun vader was opgericht en sedert 1-3-1683 door de twee broers volgens contract onder de hand was gecontinueerd. Gillis beloofde niet te zullen vertrekken, alvorens aan haar of aan de compagnie zijn schulden te hebben voldaan. (N.A. 4392, 615). 10-4-1708 proc. voor not. Schabaelje door de weduwe van Gillis op Jean Pauli om namens haar met de erfgenamen van Joannes Janssonius van Waesberge alle boeken van de compagnie van de overleden broers, die te Leipzig berusten, te scheiden (N.A. 6039). 31-5-1708 veiling van boeken door de weduwe van Gillis te Amsterdam, waarvan de geannoteerde catalogus berust bij de bovengenoemde processtukken. De opbrengst bedroeg f 1117.9.-. 10- en 13-8-1708 veiling onder de boekverkopers van de eigen drukken van de overledene (A.C. 28-7-). 14-3-1709 proc. door de voogden van Susanna van Waesberge voor not. Schabaelje op Joannes | |
[pagina 155]
| |
Wolters om de rekeningen na te zien en de kwesties tussen haar overleden ouders en de erfgenamen van Joannes Janssonius van Waesberge waar te nemen en boekenveilingen te houden (N.A. 6043, 335). 30-4-1709 veiling onder de boekverkopers door de erfgenamen van Gillis van ongebonden boeken in het Frans, Hoog- en Nederduits, en van enige atlassen (A.C. 23-4-) en 29-8-1709 van eigen en vreemde sorteringen (A.C. 13-8-). | |
UitgeverijZie hiervoor bij zijn vader en broer, met wie hij in compagnie handelde. Daarnaast gaf hij te Dantzig ook nog op eigen naam boeken uit (zie Ledeboer W. 125 en U.B.A.). | |
BijzonderhedenJohannes Janssonius van Waesberge Gilliszoon zette na de dood van zijn vader de boekhandel te Dantzig voort. Zoals we zagen, komt zijn naam voor het eerst voor op de catalogus van 1706. Zijn tante Anna Mierinck, die toen nog belangen in de zaak in Dantzig had, sloot op 31-5-1709 met Cornelis van Beughem Jr. een overeenkomst over het waarnemen voor haar van de winkel te Dantzig voor 7 jaar (KS 1356-1358). Johannes Janssonius van Waesberge Gilliszoon stierf vóór 1725 te Dantzig, zoals blijkt uit de genoemde processtukken. Zijn weduwe, Maria Elisabeth Comen, had in 1749 nog een grote schuld aan haar mans neef Hendrik van Waesberge (zie volgende). |
|