De Amsterdamse boekhandel 1680-1725. Deel 4. Gegevens over de vervaardigers, hun internationale relaties en de uitgaven N-W, papierhandel, drukkerijen en boekverkopers in het algemeen
(1967)–Isabella Henriëtte van Eeghen– Auteursrechtelijk beschermdAdressen21-4- en 17-9-1699 op de Achterburgwal schuins over de Lijnbaansteeg, 8-11- en 24-12-1701 op het Rokin bij de Gapersteeg in de Drie Kroonen, 1701 op het Rokin, in Hermathena, bij de Beurs (dr.), 1704 Singel tegenover de Lutherse Nieuwe Kerk, 1746 op de Egelantiersgracht n.z. voorbij de laatste brug. | |
BoekhandelUit de ondertrouwakte van de zoon Martinus zou men opmaken, dat Sebastiaan reeds 1690/91 te Amsterdam woonde. De eerste activiteiten op het gebied van de boekhandel vond ik echter pas in 1699. 27-11-1702 brief van Romeyn de Hooghe, die veel van de illustraties voor de uitgaven van Petzold vervaardigde, aan ‘Broeder Lansman’ met verzoek notarieel aan Petzold op het Rokin aan te laten zeggen, dat hij geld wil hebben en niet de boeken, die Petzold hem als hypotheek heeft gezonden, en dat hij hem na 1-11-1702 nog 6 weken zal geven (4718, 740a protocol not. Jacob Lansman). 29-3-1704 repudiatie voor not. Snoeck door de weduwe van de nalatenschap (N.A. 6679). 3-4-1704 werd een curator over de boedel van de overledene aangesteld, 20-4-1704 werd de boedel getaxeerd op f 90. - (D.B. 407, 1). 22-3-1710 inwilliging van het rekwest van de wed. Joannes Janssonius van Waesberge om de boeken, die ze van Theophile Gotters (sic!) in onderpand heeft voor het geld, dat die nog schuldig is voor het door haar gekochte op de veiling van de compagnie, te mogen verkopen (KS 1358). Waarschijnlijk slaat ook op deze kwestie een aantekening van 17-2-1711 ‘Waesbergen apointement op Petzold’ en werd er die dag geveild (G.A. 88). | |
[pagina 39]
| |
13-7-1712 inwilliging van het rekwest van Cornelis de Buyser, die 14-2-1710 aan de weduwe Petzold f 300. - heeft geleend met als onderpand boeken, die te mogen verkopen wegens wanbetaling, daar de weduwe met al haar goederen naar Duitsland is vertrokken (KS 84-85). 25-26-10-1712 veiling o.a. van de boeken van de weduwe Petzold (G.A. 89). | |
UitgeverijVan 1700 tot 1702 verschenen een aantal uitgaven in het Latijn en in het Holl. met zijn adres, in 1707 en 1709 uitgaven van zijn weduwe tezamen met haar zoon. 21-4-1699 ‘Word bekent gemaakt, dat eenige liefhebbers voorgenomen hebben, de onpartijdige Kerkelijke historie der ketters, beschreven door Godfried Arnold, in fol. uit het Hoogduits in 't Nederduits te doen oversetten en te drukken onder 't opsigt van S. Petzold, wonachtig tot Amsterdam op de Achterburgwal schuyns over de Lijnbaansteeg, bij wien de condities van inschrijvinge uitgegeven werden gelijk ook bij Barend Visscher en de voornaemste boekverkopers in andere steden.’ (A.C.). Op 5-6-1699 gaven overlieden advies over het rekwest van Petzold om privilege op dit werk, waarop ook Petrus Dittelbach privilege had gevraagd, dat die geen van beiden volgens de ordonnantiën gequalificeerd waren; Petzold was echter de eerste geweest (G.A. 52). Petzold kreeg geen privilege, maar kwam wel met de uitgaaf. Op 17-9-1699 werd deze weer geadverteerd met de toevoeging, dat het een vertaling was van de conrector Wieringa te Harlingen; condities voor de intekening waren te vinden behalve bij Petzold ook bij Joannes en Gilles Janssonius van Waesberge en Joannes Wolters op het Water en bij boekverkopers in andere steden (A.C.). Het eerste en tweede deel verschenen als Historie der kerken en ketteren... door den Hooggeleerden Heer Godfried Arnold,... vercierd met verscheyde koopere plaaten door den heer Romeyn de Hooghe bij Sebastiaan Petzold op het Rokkin, in de Drie Kroonen, 1701. Voorin deel I vindt men een opdracht van Petzold aan Fredrik, koning van Pruisen, met een uiteenzetting over de met toestemming van de auteur aangebrachte wijzigingen, waarin men o.a. leest ‘Het geluk hebbende van voor Zijne Majesteit als Bibliothecarius, alle de boeken, in deeze landen, voor zijne Majesteyts vermaarde Bibliotheek te bezorgen.’ Deel III verscheen pas in 1729 met adres ‘Gedrukt t'Amsterdam, en Groningen, En te bekomen bij P. en E. Visser, boekverkoopers, 1729’. Petrus Dittelbach, de bekende voormalige predikant en Labbadist (begr. tegelijk met zijn vrouw, Theodora Twillers, van de Leidse Dwarsstraat voorbij de Leidse straat op het Leidse Kerkhof 13-10-1704), hield zich als taalmeester ook wel op met de verkoop van boeken. Bijv. 14-3-1690: ‘Tot Amsterdam bij Do. Petrus Dittelbach, tegenwoordig taalmeester in de Handboogstraat, is te bekomen een boek genaemt, Recherche dans le livre de l'Eternel sur la destinée de ses ennemis, en particulier sur la scheute proschaine de la Hierarchée papale, sur le periode expirant de Jesuites, sur les evenemens des Réformés de France, & sur le grand sabath de l'Eglise avant le fin du monde, par Jean Henry de Schoenau de Zurich (A.C.) Jan.-febr. 1700 aankondiging in de Boekzaal van de Brevis dissertatio qua probatur coenam domini non esse signum vel partem commixtionis et familiaritatis privatae, met in de Holl. vertaling de toevoeging ‘Uit de proeflezerij van S. Petzold 1700, 80’. (pag. 185). 8-11-1701 adv. van het verschijnen bij hem van De Werken van T. Lucretius Carus van het Heelal. Uit het Latijn in het Nederduitsch vertaald door Jan de Witt M. & P.L., met illustraties van Romeyn de Hooghe (A.C.). 24-12-1701 adv. van het verschijnen bij hem van ‘Philippi de Leyden Tractatus Juridico-Politici, de reipublicae cura et serte principantis &c. Accedit auctoris vita, medulla tractatuum & index legum, ad quas scripsit, &c. in 4to. Deese voorname rechtsgeleerde heeft in de dertiende eeuwe | |
[pagina 40]
| |
geleeft, en is nu om sijn deftige geleerdheid en veele oudheden onse landen rakende, op het versoek van geleerde mannen herdrukt’ (A.C.). Petzold zelf verzorgde deze uitgaaf, zoals blijkt uit de titel en inleiding. 1701-1702 verschenen van Romeyn de Hooghe 40 weekblaadjes met de titel Esopus in Europa. De titelpagina voor het geheel heeft het adres van Petzold, de eerste pagina's van de afzonderlijke nummers vermelden meestal alleen ‘Volgens de Romeinse copy’. Het exemplaar U.B.A. heeft echter een tweede nummer van het eerst uitgekomen weekblad, Het geschil tusschen de Fransche haan, en Lombardische hennen, beslegt door Jupiter, met een ander zetsel dan dat met het opschrift ‘Volgens de Romeinse copy’. Dit heeft het adres ‘Gedrukt na de Italiaanse copy, en worden verkoft t'Amsterdam, Bij Sebastiaan Petzold, op het Rokkin, in de Drie Kroonen.’ Daar de illustratie in beide gevallen van dezelfde plaat is afgedrukt, kan geen van beide een nadruk zijn. Ik vermoed dan ook, dat er twee oplagen verschenen, althans van een aantal van de nummers. 1702 verschenen bij hem Q. Curtius Rufus de rebus Alexandri Magni en Homeri Iliadis Liber I et II. Cum scholiis Man. Moschopuli hactenus ineditis, et animadversionibus Joannis Scherpezeelii. Accedit commentarius Joachimi Camerarii. Amstelaedami, apud Sebastianum Petzoldum 1702. Achterin vindt men de drukker genoemd: Harderovici, apud viduam & filios Alb. Sas, Academiae Ducatûs Gelriae & Comitatûs Zutph. Typogr. ord. 1702. 1707 verscheen Jamblichi Chalcidensis, ex Coele-Syria, De vita Pythagorica liber, Graece & Latine.... Illustratus à Ludolpho Kustero... met adres ‘Amstelodami, apud viduam Sebastiani Petzoldi; & filium ejus Christianum Petzoldum. 1707.’ (vergel. Journal de Trevoux 1707 II 935, Bibliothèque choisie XIII 363 en Nouv. de la rep. des lettres jan. 1707 pag. 118). 1709 verscheen bij hen Animadversiones philologicae et criticae ad omnia loca, van A. Schultens. | |
Bijzonderheden27-1-1700 richtten enige liefhebbers van de muziek en poësie een memorie tot de kerkeraad van de Luth. Gemeente met het verzoek donderdag of zaterdag van zes uur tot half acht in de avond muziek te mogen maken, net als in Duitsland de muziekcollegiën dit deden, waartoe ze (opgesomde) muziek in het Hollands wilden laten vertalen, waartegenover ze f 1000. - per jaar aan de armen wilden geven, mits ze in wintertijd kaarsen zouden krijgen en de hulp van de koster. Als onderhandelaar werd Sebastiaan Petzold, ‘welcke eertijts diergelijcke muzyck in Duytsland gedirigeert heeft’, afgevaardigd. Blijkens de acta van 3-2-1700 nam de kerkeraad een afwijzende beslissing. 12-4-1702 voor not. van Akersloot geeft Elias Copijewitz procuratie o.a. aan Petzold; het beroep boekverkoper, dat eerst werd opgeschreven, werd vervangen door bibliothecarius van zijn Kon. Maj. van Pruisen. (N.A. 5558, 293). 1703 gaf Petzold inlichtingen over Spinoza aan de reiziger G. Stolle (Meinsma, Bijlage V). Behalve Christiaan was er nog een zoon, die in de boekhandel ging. Martinus Petzold, geb. Amsterdam 1690/91, ged. Nieuwe Kerk 23-6-1711, 2-7-1718 kleinpoorter als kleinbierverkoper, 4-7-1718 gildelid als boekbinder, begr. Anthonieskerkhof 18-9-1742 (onverm.), ondertr. pui 28-5-1717 Louise de Bruyn, geb. Groningen 1689/90, begr. Karthuizer Kerkhof 7-5-1742 (onverm.). Hij woonde in 1717 in de St. Nicolaasstraat, het echtpaar in 1742 in de Slijkstraat. Uitgaven vond ik niet op naam van Martinus. Blijkbaar hield hij zich voornamelijk met boekbinden bezig; 1738 werd Jan Roos voor 4 jaar bij hem besteed om het boekbinden te leren (G.A. 113). |
|