Effecten des boedels en uitstaande schulden (tezamen f 889.16. -): Inboedel en huisraad heeft de impetrant gekost ruim f 250. -, de letterdrukkerij met gereedschappen ruim f 500. -. Pieter van Reyschooten, boekverkoper van de Nieuwe Haarlemmersluis, is schuldig over 1701-1703 f 55.7. -, Jeronimus van Dorp, hoek Haarlemmerdijk tabakswinkel, wegens drukken f 5.10. -, de erfgenamen van Guilliam Engelgraaf, vooraan op de Zeedijk papierwinkel, wegens drukken van 5-12-1700-23-4-1703 f 13.7.8, Claas Clinckert, Haarlemmerdijk over de Eenhoorn sluis, wegens drukken 1703 f 13.10. -, Andries Castricum, boekverkoper bij de Nieuwe Lutherse Kerk op de Stroomarkt, wegens drukken sedert 24-10-1700 f 12. -, Reynier van Lier, boekbinder op de Haarlemmerdijk over de Eenhoornsluis, wegens drukken 12-10-1699-22-9-1703 f 7.12.8, Adriaen Hals, Haarlemmerdijk over de Eenhoornsluis bij de eerste dwarsstraat boekwinkel, wegens drukken 1703 f 3.18. -, Cornelis de Bruyn, schoolmeester op de Egelantiersgracht westzijde bij de Baangracht, wegens drukken 6-10-4-11-1697 f 16.11. -, N... van Veen, perkamentkoper in de Hoogstraat over het O.I. Huis, wegens drukken 1702 f 6.10.-.
Schaden en verliezen bij de impetrant geleden: Aan onbetaalde rekeningen voor drukken tussen 1689 en 1703 (met opsomming van personen) tezamen f 597.16.8, aan uitgeleend geld f 347.3. -, aan interest betaald op geleend geld f 336. -, aan huishuren betaald van 1685 tot 1-11-1702 (à f 170. - per jaar) f 2975. -, aan huishouding met vrouw en 7 kinderen (eerste vier jaar f 700. -, daarna f 1000. - per jaar) f 17800. -, aan dokters, apothekers en chirurgijns in de 5 miskramen en ziekten van zijn vrouw en kinderen f 900. -, in de eerste 11 jaren betaald aan 2 knechten (de ene f 5.10. - en de andere f 3. - per week) en in de laatste 8 jaren maar aan 1 knecht ‘om de slechte neringe’ (per week f 5. -) tezamen f 6942.-.
Kapitaal van hem en zijn vrouw, mee ten huwelijk gebracht en later aanbestorven in geld, obligaties, huis en graf (alles verkocht) tezamen f 8876.15. - is o.a. gebruikt om de obligaties, tezamen f 2750. -, die de impetrant tussen 1693 en 1700 heeft verleden, af te lossen. (D.B. 219, 47).