| |
Mortier (Cornelis) 1699-1783, Waals, later Geref.
Leven
Geb. 26-7-, ged. Walenkerk 2-8-1699, lid Waalse Gem. met attestatie van Londen 8-10-1719, st. 22, begr. Walenkerk 27-6-1783 (1ste kl.), zoon van Pieter Mortier (zie aldaar) en Amelia 's Gravesande, ondertr. kerk 9-9-1729 Maria van Lijn, ged. Westerkerk 29-8-1687, st. 25, begr. Walenkerk 31-12-1754 (1ste kl.), dochter van Moures van Lijn, koperslager, en Elisabeth van Looy.
5-9-1721 test. voor not. Schrick (N.A. 9073, 38).
11-11-1729 test. voor not. Phil. Roos (N.A. 8397, 459).
23-10-1741, 15-11-1753, 15-9-1757 en 25-4-1765 test. voor not. Dorper (N.A. 10705, 434, 10752, 1099, 10770, 913 en 10820, 413).
| |
| |
1755 collaterale successie ¼ in huis en ½ in lijfrente f 4750.-.
1783 collaterale successie ½ huis met hypotheek erop f 2000.-.
| |
Adres
1722-1783 (Vijgen)dam tweede huis beoosten de Beurspoort, afkomstig van zijn vader (zie aldaar).
| |
Boekhandel
28-9-1719 prelegateert zijn moeder aan hem alle onkosten, die ze gemaakt heeft of uit haar boedel zullen worden gemaakt voor zijn reizen naar Engeland, Frankrijk etc. (zie aldaar, evenals voor Cornelis' eerste optreden in de boekhandel bij de afwikkeling van haar nalatenschap).
16-7-1721 poorter als boekverkoper, 21-7-1721 gildelid.
24-7-1721 ‘Werd bij desen bekend gemaakt, dat tegenwoordig te bekomen zijn bij Cornelis Mortier boek, kaert en kunstverkoper op de Vijgendam, tot Amsterdam alle de boeken, kaerten, kunstprinten etc. van alderhande groote, als voor deezen bij wijlen de wed. Pieter Mortier in 't zelve huys verkogt zijn; als nog de Historie des Ouden en Nieuwen Testament, verrijkt met 500 printverbeeldingen, fol. 2 deelen; de bijbelse figuuren in plano, door Joannes Luyke geetst, zijnde 62 stuks bequaem om in folio bijbels te binden.’ (A.C.).
20-11-1721 oprichting voor not. Schrick van een compagnie van negotie in boeken en kaarten tussen Joannes Covens Junior en Cornelis Mortier, die reeds op 1-2-1721 is begonnen en 25 jaar zal duren, als voortzetting van de zaken door hun schoonouders en ouders en later door Cornelis Mortier alleen gedaan. Covens zal kas- en boekhouden, de andere zaken zullen zij tezamen doen. Boeken en kaarten, voor f 60000. - in totaal, zijn gedeeltelijk al gefourneerd, de rest zal na de scheiding van de nalatenschap gefourneerd worden. Covens zal steeds mogen uittreden, hetzij helemaal, hetzij alleen voor zover de boeken betreft en Mortier zal dan zijn aandeel voor de getaxeerde prijs moeten overnemen. (N.A. 9073, 48).
1722 ondertekenden zij het rekwest over Franse boeken (KS 931).
16-17-3-1725 veiling bij Covens en Mortier van Johannes Covens Junior (G.A. 101).
6-3-1741 veiling van Covens en Mortier (G.A. 116).
13-5-, 25-5- en 30-6-1741 obligaties voor not. de Marolles voor Covens en Mortier van François Changuion voor f 1663.8.8, van Zacharias Chatelain voor f 1628.12. - en van Pierre Mortier voor f 1790.11. - voor boeken gekocht op de veiling van 6-3-1741 (N.A. 11266, 56 en 87, en 11267, 129).
1742 Cornelis Mortier en Johannes Covens kaartenwinkel getaxeerd op een inkomen van f 4000.-.
15-9-1757 in zijn testament keurt Cornelis Mortier de inventaris van 20-11-1753 van de koperen gegraveerde konstplaten, plans of stedegesigten goed, welke hem en zijn zwager Johannes Covens ieder voor de helft toebehoren. Bij loting is hem de helft, voor f 6878. -, ten deel gevallen. Na zijn dood zal zijn neef Johannes Covens (of bij vooroverlijden diens vader) dit deel daarvoor mogen overnemen.
13-11-1781 schuldbekentenis van Cornelis Mortier en Johannes Covens en echtgenote aan Herman van Ghesel, oud-schepen, van f 11000. -, af te betalen binnen 10 jaar, 3½% interest (Schep. Ken. 133, 109vo, geroyeerd op 24-2-1809).
| |
Uitgeverij en drukkerij
Van 1722 tot 1772 verschenen uitgaven, vooral kaarten, maar ook enkele boeken, meest in het Holl., een enkele in het Frans, met de naam van Covens en Mortier. In latere jaren werd daarbij
| |
| |
ook de naam van de zoon Covens opgenomen. Zo verscheen Le Guide ou nouvelle description d'Amsterdam in 1753 Chez Covens & Mortier, in 1772 Chez Covens & Mortier & Covens Junior (Nijhoff 120 en 121). Covens en Mortier hebben met hun zwager en broer Pierre Mortier blijkbaar een verdeling gemaakt, waarbij zij de kaarten en plaatwerken overnamen, hij de boeken. Het uitgeven van muziek werd voorlopig stopgezet. In ieder geval tot 1745 hadden zij een eigen drukkerij, waar naar ik aanneem kaarten werden gedrukt.
4-7-1722 ‘Tot Amsterdam bij Johannes Covens en Cornelis Mortier, boek- kaert en kunstverkopers op de Vijgendam, zijn te bekomen de Historie des O. en N. Testament, verreykt met 500 printverbeeldingen (zeer fraey in 't koper gebragt door de vermaerde meesters B. Picart, Elliger, Goeree etc.) fol. 2 deelen; de Bijbelse figuuren in plano, door Johannes Luyken (zeer konstig) geëtscht, zijnde 62 stuks zeer dienstig en bequaem om tusschen bijbels in te binden; als meede allerhande nieuwe boeken, kaerten en atlassen van verscheyde groote.’ (A.C., 13-8-1722 adv. alleen van kaarten).
3-6-1723 adv. van het derde stukje van de Historise Boekzaal in 8o van Johan Hubner te Hamburg, 14-9-1723 idem het 1ste stuk van het vierde honderd, 15-4-1724 idem het 2de stuk van het vierde honderd der Historise Boekzaal 8. ‘Een chronologise tafel in 't Frans en Duyts, behelzende de agtereenvolging der pauzen (tegen pauzen) keyzers en koningen, zedert Christus tot nu toe.’ Dit laatste werk van G. Marcel ook reeds geadverteerd 13-1-1724. (A.C.).
8-2-1725 adv. van ‘Kaerten van l'Egipte, Nubie et l'Abissine, en Planisphaerium Septen. of Noord Pool, na d'Lisle; als meede d'eenige H. Weg om te komen in 't Hemels Paradijs 8., door Pedro de Prado gewezene Jood, voor deeze genaemt Juda Vega de Prado.’ (A.C.).
1727-1730 waren Covens en Mortier tezamen met Pieter Mortier, die toen juist zijn leerjaren achter de rug had, geinteresseerd in enkele uitgaven (Zie KS 444-447 en 1391-1392). Dit waren o.a. de Historie des Ouden en Nieuwen Testaments en een nieuwe uitgaaf, de Dictionaire oeconnomique van Noël Chomel. Op 10-4-1728 kregen zij privilege van de Staten voor deze laatste. Op 10-7-1728 namen Covens en Mortier het aandeel van Pieter Mortier over. In het gilde-archief vindt men over de aanvraag van het privilege, ook voor het supplement, dat in 1740, met privilege van 29-4-1740 voor Covens en Mortier, verscheen, veel bijzonderheden (G.A. 81, 8 en 139; 83, 21). Op 16-6-1744 werd de boekverkoper Charles le Sieur door de schout gedaagd, daar hij drie exemplaren van het Supplement, te Parijs in 1743 gedrukt bij Ganeau, had verkocht in strijd met het privilege van 29-4-1740 voor Covens en Mortier. Op 15-9-1744 werd hij veroordeeld tot verbeurdverklaring van de exemplaren en f 3000. - boete, welke laatste hem werden kwijtgescholden op voorwaarde, dat hij Covens en Mortier zou gaan bedanken. (Schoutsrol). Een insinuatie van Pieter Mortier door not. Costerus aan Covens en Mortier op 11-6-1729 betreft een derde uitgaaf: Volgens een contract van 28-1-1729 over Les Memoires du regne de Catherine imperatrice de Russie van J. Rousset in 12o eiste Pieter, die zijn exemplaren had uitverkocht, 250 exemplaren voor 12 st. per stuk van Covens en Mortier, die er echter slechts 230 leverden en verklaarden, dat dit hun gehele voorraad was. Op dezelfde dag insinueerde de notaris namens Pieter Mortier, dat arbiters tussen de twee partijen moesten worden benoemd, waarop Covens en Mortier antwoordden, dat zij niet wisten op welke geschillen hij doelde. (N.A. 9775, 283 en 284).
18-1-1729 een verzoek van de zusters Rogissart in den Haag om privilege voor een Abrégé van de Histoire d'Angleterre van Rapin de Thoyras, waarvoor hun broer 7-1-1723 privilege heeft gekregen, wordt om advies gegeven aan overlieden. Deze oordelen, dat een gildebroeder, die de Abrégé cronologique de l'histoire d'Angleterre van Chevrières uitgeeft, en Covens en Mortier, wanneer zij een Abrégé van hun Histoire d'Angleterre van de Larrey zouden willen uitgeven, daardoor geschaad zouden kunnen zijn. (G.A. 81, 19). Deze uitgaaf van de Larrey van Leers en
| |
| |
Fritsch en Bohm, 1697-1713, was gekocht door Covens en Mortier (zie ook A.C. 23-10-1725).
29-9-1733 afwijzend advies van overlieden wegens protest door een aantal gildebroeders op verzoek van Covens en Mortier om privilege voor de Architectura mechanica van P. Limpergh, molenmaker te Stockholm, dat zij 14-3-1727 hebben gekocht van Theodorus Danckerts (G.A. 81, 55, zie Bierens de Haan 2751); 1738 idem op verzoek aan burgemeesters om privilege op het Tooneel des oorlogs tegenwoordig gevoert werdende door Haar H. Rus Keizerlijke Majesteit en de Porte, 10-6 en 10-7 aan overlieden gegeven (G.A. 81, 114).
7-9-1739 afwijzend advies van overlieden op het verzoek van A. Moetjens in den Haag om privilege voor de Histoire des revolutions d'Hongrie, door hem gekocht van Neaulme, met kaart van G. de l'Isle, daar Covens en Mortier als eigenaren van de kaart daartegen zijn opgekomen. (G.A. 81, 131).
23-12-1739 berichten overlieden aan burgemeesters, dat Covens en Mortier wegens hun Dictionaire de marine (van Aubin) van 1736 en François l'Honoré et fils wegens hun Histoire de Polybe en Memoires sur la guerre van Feuquières opgekomen zijn tegen een verzoek van Johannes van Duren in den Haag om privilege voor de Cours de science militaire van Bardet de Villeneuve. (G.A. 81, 136).
29-6-1745 veiling van de boekdrukkerij van Covens en Mortier (G.A. 120).
| |
Bijzonderheden
Johannes Covens Junior, de zwager van Cornelis Mortier, vermeldde ik onder zijn eigen naam (zie aldaar). Zijn zoon was Johannes Covens, geb. Amsterdam 1722, begr. Walenkerk 16-5-1794 (1ste kl.), ondertr. 11-10-1754 Anna Jacoba Bird, ged. Nieuwe Kerk 26-9-1728, begr. Walenkerk 24-1-1793, dochter van Arnoldus Bird en Anna van der Goot. Op 29-5-1755 verleden zij hun test. voor not. Dorper (N.A. 10759, 515). Op 21-2-1744 werd hij poorter zonder opgaaf van beroep; zijn inschrijving als gildelid vond ik niet. Naast de boeken- en kaartenhandel en uitgeverij nam hij ook weer de muziekuitgeverij, die zijn grootvader had gehad, maar die door de kinderen was stopgezet, op door aankoop van muziek na de dood van de Lutherse organist G.F. Witvogel (zie ook Bierens de Haan 1941 en voor aanvragen van privileges G.A. 82, 131 en 83, 76, 162 en 173). Hij woonde in 1754 op de Fluwele Burgwal, in 1778 in de Nadorststeeg bij het Stadhuis, waar toen Louis Desjobert een Guide d'Amsterdam van 1772 (Nijhoff 121) bij hem kocht (Navorscher 1910, 11). Na de dood van zijn oom, Cornelis Mortier, vestigde hij zich op de Vijgendam. Uit de scheiding van de nalatenschap 22-9-1794 voor not. van der Piet (N.A. 13933, 87) tussen zijn 2 kinderen, blijkt dat in totaal f 37645.8. - werd verdeeld. De zoon Cornelis nam voor f 20000. - een deel van het fonds der negotie over, bestaande in enige koperen platen, alle afdrukken der landkaarten, copie en exemplaren van de Bible de Martin in 4o, Le Guide d'Amsterdam, Hubners Geographie, Schutte's Stichtelijke gezangen en alle gebonden boeken in de winkel. Het verdere fonds, bestaande in de overige koperen platen, copie en exemplaren van de Histoire de la bible van Martin, l'Histoire d'Angleterre fol. 4 delen van de Larrey en de sortering ongebonden boeken, bleef onverdeeld en zou door Cornelis worden uitverkocht, evenals de uitstaande boekschulden, die door hem zouden worden geind. Op 14-10-1785 had
Johannes Mortier de tekeningen van de Bijbelse Historiën van Jan Luyken voor f 1200. - verkocht.
Zijn zoon Cornelis Covens, ged. Oude Kerk 26-10-1764, st. Amsterdam 29-3-1825, tr. 1794 Margaretha Jacoba Costerus (test. 26-9-1794 voor not. van der Piet), zette de zaken op de Vijgendam voort, waar hij tot zijn dood toe woonde. Reeds in 1787 wordt hij vermeld op deel IV van de Stichtelijke gezangen van R. Schutte, dat verscheen met het adres: ‘Bij Johannes Cóvens en Zoon.’ Pas na de dood van zijn vader, op 20-3-1796, werd hij poorter, op 4-4-1796 gildelid. Hij wordt in
| |
| |
de adresboeken landkaartenfabrikeur genoemd. Zijn zoon Cornelis Joannes Covens, ged. Oude Kerk 22-8-1806, tr. 31-7-1834 Coba Lourens, zette, waarschijnlijk aanvankelijk met zijn moeder, die in 1836 stierf, de zaken voort, maar verhuisde vermoedelijk al spoedig naar de Nieuwendijk bij de Armsteeg, waar in 1832 het adresboek nog van C. Covens landkaartenfabrikeur spreekt, het volgende, van 1841/42, van ‘C.J. Covens boekverkooper en in zee- en landkaarten’. Het adresboek van 1857/58-1866/67 noemt hem als zodanig op het Rusland. Daarmee hield de firma waarschijnlijk op; Ledeboer vertelt in 1876, dat hij stil leefde aan de Overtoom. Blijkens opgaaf van Ledeboer en advertenties (E.) noemde de firma zich in de 19de eeuw dikwijls Mortier, Covens en Zoon.
|
|