Boekhandel
16-11-1676 ingeschreven in gildeboek, maar doorgestreept, 13-8-1677 bij ondertrouw van beroep boekbinder, 31-8-1677 gildelid als boekverkoper, betaalt tot zijn dood jaarzang, waarna erachter aangetekend is: de weduwe. In 1716 wordt echter niet meer betaald.
15- en 22-3-1678 gedaagd door de schout wegens het distribueren en verkopen van vuile plaatjes (Schoutsrol).
2-9-1689 verklaring ten verzoeke van overlieden voor not. D. van der Groe door Timotheus ten Hoorn (± 46), Jan de Commer (± 52), Jan Harmensz (± 30), Willem van Lamsvelt (± 23) en Gilles Willemsz (± 28) over een verkoping op 20 augustus ten huize van Annetje Monten, wed. Jacop Pietersz van Lansdorp, in leven schoolmeester, in de Utrechtse dwarsstraat, waar geschreven catalogi waren en de schoolmeester Smedingh, de Latijnse schrijfmeester Blas en Jan Boekhout de directie hadden. (N.A. 4141 en G.A. 56, 41 en 43; de pogingen van Johannes Blas om het gilde te kopen, daar hij op het Singel naast de Latijnse School een winkel in schoolboeken en schrijfbehoeften wilde houden, werden 25-10-1694 met succes bekroond en op 8-11-1694 werd hij op order van burgemeesteren gildelid).
17-2-1690 verkocht hij een uitgaaf, die wegens politieke gronden verboden was (KS 1300).
12-4- en 10-5-1695 gedaagd door schout wegens het verkopen van werken van Spinoza, 8-1-1697 gedaagd door schout wegens verkoop van paskwillen en 5-2-1697 veroordeeld tot een boete van f 150. - (Schoutsrol).
3-6-1715 op de inventaris (nadere gegevens bij verkoop van het huis) blijkt, dat de boedel sedert 1692 zwaar was belast, o.a. met een schuldbekentenis van f 1000. - aan de boekdrukker Alexander Lintman van 19-6-1693 en met f 231. - aan vorderingen van papierkopers (o.a. Jan Claasz Cleyn). Zilver en juwelen zijn verpand en er zijn nog maar weinig boeken.