toen een contract met J.G. Gichtel over het drukken van de werken van Jacob Böhme (KS 1294); echter pas 14-3-1685 kleinpoorter als kommenijhouder, 26-3-1685 gildelid, betaalde jaarzang tot en met 1703.
1683 had hij een drukkerij samen met zijn zoon David, 1703 verkocht hij zijn drukkerij (2 persen) aan zijn zoon Abraham (KS 1296 en 1297).
Van 1684 tot 1700 zagen een aantal uitgaven in het Frans, meest nadrukken van Parijse uitgaven, met zijn naam het licht, in 1686 (en 1688, nadruk?) een uitgaaf in het Latijn van Dolaeus.
26-4-1692 insinuatie door not. Bockx namens Andries van Hoogenhuysen aan Pieter Mortier, dat hij privilege van de Staten heeft van 19-4-1692 voor de Memoires du mareschal de Bassompierre, welk werk Mortier in strijd met dit privilege doet drukken, uitgeeft en verkoopt. Mortier verzoekt de notaris copie van dit privilege (N.A. 4435). Op dezelfde dag verklaren Herman Aaltsz, Dirk Boeteman en Andries Pietersz, allen meester-boekdrukkers, ten verzoeke van Mortier voor not. Hoekebak, dat deze reeds vóór 24-3-1692 met hen heeft gesproken over het drukken van dit werk en op die dag een definitieve overeenkomst heeft gemaakt. Mortier heeft hun een aantal bladen, naar hun idee wel 20 jaar geleden verschenen met een gefingeerde naam als te Keulen gedrukt, ter hand gesteld. Tenslotte verklaren ze dat het werk zo goed als afgedrukt is. (N.A. 5843). De Bibl. Nat. heeft exemplaren van drukken te Keulen van 1665 en 1666 en van de uitgaaf van Mortier van 1692, die blijkbaar ook verscheen met adres Cologne P. Du Marteau, de U.B.A. een exemplaar met het adres van André de Hoogenhuysen van 1692.
14-3-1695 deden overlieden een uitspraak in het geschil tussen Alexander Lintman en Andries van Hoogenhuysen over letters en letterkassen (G.A. 52).
21-5-1696 ‘André de Hoogenhuyse imprime à Amsterdam suivant la copie de Paris La Vie des deux dernieres reynes de Portugal 12. par le P. d'Orleans de la compagnie de Jesus.’ (Gaz.).
14-6-1696 ‘André de Hoogenhuysen imprime à Amsterdam Abra-Mulé, ou l'histoire du détronement de Mahomet IV. Et Inés de Cordoue. Nouvelle Espagnolle.’ (Gaz.).
24-2-1701 procuratie voor not. van Achthoven aan... te Rouen om van Jores te Rouen f 318.4. - Holl. geld te innen als betaling voor een partij boeken, die Andries heeft verkocht aan Witte en Cosson te Parijs en op hun risico naar Rouen aan het adres van Jores, hun commissionnair, heeft gezonden, met de opdracht de boeken te laten arresteren, wanneer het geld niet wordt betaald (N.A. 6406, 169); 19- en 20-9-1702 en 2-12-1702 acten voor not. Deutz betreffende benoeming van arbiters in een geschil tussen Andries en Gilles van Hoven, die f 420. - eist, die hij aan Andries heeft voldaan voor een wisselbrief ten laste van Cosson en Witte (N.A. 6912, 565 en 793).
15-4-1704 verzoek van Andries en echtgenote (Amerentia d'Acket) om mandement van inductie voor afbetaling, te verdelen over 5 jaar, aan hun crediteuren Reinier Coutrier en Willem Duysbergh (R.A. 2037); 14-4-1704 cautie gesteld door hun zoons David en Abraham (KS 1298).
19-6-1706 fiat van schepenen op het rekwest van Reinier Coutrier, die van Andries en echtgenote f 583. - over rest van koopmanschappen heeft te vorderen, om te mogen overgaan tot de verkoop van een partij ongebonden Franse boeken, die hij sedert 5-7-1702 als pand ter minnen onder zich heeft, behalve 24 T. Liebes, die door Andries zelf zijn verkocht (R.A. 797, 209).