nemen. Voor het voorhuis en de pakzolder van Jonas, die door de Compagnie werden gebruikt, zou deze f 9.12. - huur per maand ontvangen (N.A. 7044, 259). Het kapitaal van de compagnie steeg tot f 74309.17.8 (waarvan f 11149.3.8 voor Jordan) op 24-12-1741, om op 24-12-1742 te dalen tot f 64091.13.8 (waarvan f 5644.14.8 voor Jordan). Het in 1742 aangekochte huis in de Zwanenburgstraat viel daarbuiten.
9- en 10-7-1710 procuraties voor not. van Loon om geld te vorderen voor koopmanschappen geleverd op Curaçao (N.A. 6982, 1582), 17-12-1739 te Kopenhagen (N.A. 7042, 724) en 9-4-1743 te Göttingen (N.A. 7058, 346).
15-1-1715 verklaring voor not. de Wilde van Isacq de Jongh en de wed. Jonas Fouquet en Soon, dat hij haar verhuurd heeft 2 zolders in zijn huis op de hoek van de Muiderbrug en Zwanenburgstraat, namelijk de tweede en derde zolder van onderen af, om te gebruiken als drukkerij ‘bij soo verre sulx van hooger hand niet werde verhindert of geinterdiceert’. Zij mag er alleen drie persen en een kachel plaatsen en moet alle mogelijke voorzorgsmaatregelen tegen brand nemen. De verhuurder zal een trap laten maken buitenom, waardoor het werkvolk de drukkerij kan bereiken. Blijft hij in gebreke, dan mag het werkvolk door zijn huis gaan. De huur van f 199. - per jaar gaat 1-5-1715 in. Het werkvolk mag geen tabak roken op de drukkerij. Wordt iemand hierop betrapt of op ander wangedrag, dan zal de weduwe ieder keer f 6. - aan de Geref. Diaconie betalen. Eén dag per jaar moet het werk stilstaan, na een aanzegging van minstens 8 dagen eerder door de verhuurder. De verhuurder reserveert zich de toegang tot de zolders voor het doorvoeren van turf. De kachel mag na 3 uur in de middag niet meer worden gestookt op verbeurte als boven. (N.A. 6501, 15).
1716 wed. Jonas Fouquet en Zonen, papierkopers, aangewezen als goede mannen.
In 1725 legateerde Jonas Fouquet f 50. - aan de knechtsbos van het werkvolk van de wed. Jonas Fouquet en Zoon, als die bij zijn dood nog zou bestaan, bij zijn latere testamenten steeds f 200. -. In 1737 legateerde hij aan zijn boekhouder Jean Merre f 300. - en aan zijn winkeldienaar Caspar Homeyer f 200. -, in 1741 aan zijn winkelknecht Abraham Domingo f 200. -, in 1751 aan Willem Dreyer f 200. - en aan zijn boekhouder François Degan f 200. -, steeds op voorwaarde, dat zij bij zijn dood nog in zijn dienst zouden zijn.
3-4-1728 vervoegde not. van Loon zich ten verzoeke van de wed. Fouquet en Soonen op hun magazijn op de hoek van de Zwanenburgstraat en Amstel en opende een kist, nagelaten door hun knecht Etienne Guibillion, die het werkvolk hem had aangewezen. In zijn hierin gevonden testament wenste hij zich een bescheiden begrafenis en verzocht zijn meesters gedurende zes jaar f 600. - te bewaren voor zijn broers, maar die daarna, indien ze niet naar Holland kwamen, aan de armen te geven. (N.A. 7014, 78).
4- en 10-9-1731 machtiging van de wed. voor not. van Loon voor haar zoon Pieter om voor burgemeesters de eed af te leggen, vereist bij het overschrijven van de burgerceel van wijlen haar man op haar naam, en om burgemeesters te verzoeken om tolcelen of vrijbrieven wegens haar inkomende en uitgaande goederen voor de tollen, waarvan burgers dezer stad bevrijd zijn (N.A. 7021, 235 en 241).
13-8-1732 verklaring voor not. van Loon door Claas Vlasblom en Aart Brugman, kaartenmakers, ten verzoeke van de wed. Fouquet, dat begin juni aan Carel de Wagenaar, kaartenmaker, in het huis in de Kalverstraat zijn afgeleverd ± 1800 geplakte vellen tot speelkaarten om deze voor de wed. te beschilderen en dat ze gezien hebben, dat deze 1800 vellen door de concierge der stad midden juli uit het huis van deze Wagenaar, die sedertdien verdwenen was, in een gang in de Rasphuissteeg zijn weggehaald met 4 planken, 4 borstels en enig ander gereedschap, hem door de wed. gegeven (N.A. 7023, 193, zie ook voor de kaartenmaker Carel de Wagenaar A.C. 12-12-1697). 1742, met papier- en kaartenwinkel getaxeerd op een inkomen van f 8000.-.