Uitgeverij
Van 1698 tot 1707 verschenen uitgaven van zijn vader en hem gemeenschappelijk, van 1708 tot 1740 van hem alleen, voornamelijk stichtelijke werken in het Hollands en enkele in het Latijn. Voor een Franse uitgaaf van 1699, zie men bij de vader. In 1708 verscheen El Nuevo Testamento, een Spaanse vertaling bewerkt door de Anglicaanse predikant Sebastian de la Enzina, met het adres: ‘En Amsteldam, Impresso por Jacobo Borstio librero.’
1702 dec. en 1703 jan. Een geschil tussen Jelle Visser en Gerardus Borstius wordt voor overlieden gebracht. Visser drukt met privilege van burgemeesters de Halfjaarlijkse nieuwe Predikordre van de beurten der predikanten in dese stad en wordt benadeeld door de Zaterdagse lijsten van predikbeurten van Borstius. Verschillende getuigen, o.a. Hendr. Corff, verklaren, dat Borstius al eerder was begonnen en wel in 1694 en Visser pas in 1696. Overlieden oordelen, dat Borstius door mag gaan, maar daar Visser dreigt de lijsten van Borstius na te drukken, komen partijen op 1-1-1703 tot een accoord. Borstius zal op de briefjes drukken ende bij Jelle Visser in de St. Jacobsstraat en hem 25 gratis en de rest voor ½ st. per stuk geven. (G.A. 52); 28-2-1707 Overlieden doen opnieuw een uitspraak, ditmaal in het geschil tussen Jelle Visser en Jacobus Borstius over het drukken van de briefjes van de wekelijkse predikbeurten. Borstius moet voortaan 60 in plaats van 25 briefjes geven, zolang Visser of zijn vrouw leven, welke deze voor dezelfde prijs als Borstius moet verkopen. (G.A. 87, 11).
Deze uitgaven vindt men geadverteerd o.a. 30-10-1710, 13-6-, 11-7-, 1-8-, 26-9-1711, 25-2-, 16-6-, 28-6-, 14-7-, 18-8-, 15-10-1712, 25 2-, 8-6-, 4-11-1713, 31-1-1719, 31-12-1720, 9-1-, 15-7-1721, 28-7-, 4-8-, 8-12-, 12-12-1722, 10-11-1725 (A.C.).
18-8-1736 uitspraak van arbiters in het geschil tussen Jacobus Borstius en Isaac van der Putten wegens de feest- en passieteksten, die voor het 24ste psalmboekje komen. (G.A. 87, 22).
1-10-1737, 31-8-1739 en kort na 13-12-1742 gunstige adviezen van overlieden op verzoeken van Jacobus Borstius om privilege op werken van J. d'Outrein, P. du Moulin de Jonge en N.S. van Leeuwarden (G.A. 81, na 116 en 129; 82, 22).