Uitgeverij
Van 1672 tot zijn dood verschenen een aantal, vooral stichtelijke uitgaven in het Hollands en daarnaast ook in het Latijn met zijn naam, sedert 1698 mede met de naam van zijn zoon Jacobus. Dat was de uitgaaf Mischna sive totius Hebraeorum juris, die in 1703 voltooid was. Op 6-10-1703 adverteerden vader en zoon het verschijnen van het zesde en laatste deel van deze foliouitgaaf: ‘De intekenaren tot dit werk werden versogt dat se de laatste deelen gelieven te laten afhalen, en werd het werk als nog voor de prijs, als bij de intekening, tot 30 gl. verkogt ongebonden, maer staet na january 1704 de prijs verhoogt te werden.’ (A.C.) Men zie voor de uitgaven verder A.C. o.a. 31-7-1674, 2-1-1687, 23-10-1692, 20-11-1694, 14-4-1695, 11-7-1699, 4-7- en 28-11-1702. Een belangrijk onderdeel van de reeks vormen de werken van de predikant J. d'Outrein, die sedert 1688 bij Gerard Borstius het licht zagen. Uit de aanvraag voor het privilege, dat 11-7-1692 werd verleend voor de Korte Schets, blijkt dat toen d'Outrein Borstius als uitgever had uitgekozen: ‘willende dat die door de suppliant alleen hier te lande wierden gedruckt en uytgegeven.’ De uitgaaf van 1692 van Borstius werd gedrukt te Leeuwarden bij Karst Tjallings. Na de dood van Gerard Borstius protesteerde d'Outrein op 21-3-1707 bij de Staten van Holland en verzocht voor zich zelf privilege voor zijn werken, waartegen zich de boekverkopers echter alom fel verzetten (KS 90-94). Bij de uitgaven van Gerard Borstius vindt men twee Franse werken. In 1682 verscheen de Lettre escrite d'un Protestant demeurant à Montpelliers. Op 11-7-1699 adverteerde hij o.a. ‘Item Tableau des veritez du Christianisme, par Jean d'Outrein, pasteur de l'eglise d'Arnhem, et mis en François, par Charles le Blanc de Beaulieu, pasteur de l'eglise Walonne de Gorcom 8o.’ (A.C.).