| |
Blaeu (Mr. Joan) 1650-1712, Remonstrant, later Geref.
Leven
Geb. 14, ged. Rem. aan huis 17-8-1650, st. 13, begr. Westerkerk 17-8-1712 (1ste kl.), zoon van Dr. Joan Blaeu (st. 1673), boekverkoper en raad, en Geertruid Pietersdr. Vermeulen, ondertr. kerk 1. 6-7-1679 Eva van Neck, ged. Oude Kerk 9-4-1656, st. 24, begr. Noorderkerk 29-11-1704 (1ste kl.), dochter van Mr. Lucas en Susanna van Hoorn, 2. 1-9-1705 Elisabeth van Thije, geb. Den Haag 12-6-1672, begr. Westerkerk 23-10-1706 (1ste kl.), dochter van Mr. Isaac van Thije en Elisabeth Lestevenon, 3. 2-12-1707 Maria Sautijn, geb. 10-11-1671, st. 2, begr. Oude Kerk 5-6-1748 (1ste kl.), dochter van Mr. Willem Sautijn en Theodora van Bambeeck.
9-3-1706 collaterale successie Eva van Neck f 96877.-.
13-8-1712 test. voor not. Schabaelje (N.A. 6068).
12-11-1712 inv. voor not. Meerhout (N.A. 4795).
2-5-1713 collaterale successie 1/2 nalatenschap van Joan Blaeu f 54365.0.7.
| |
| |
22-1-1714 scheiding voor not. Meerhout tussen weduwe en dochter uit 2de huwelijk van f 124584.1.8 (na aftrek van legaten etc.) (N.A. 4797, 99).
14-11-1714 bewijs aan dochter (Inbr. 43, 222 etc.).
| |
Adressen
Leden van de familie Blaeu hadden afwisselend gewoond op het Water (verm. gekocht in 1613 blijkens index op verloren register van rentebrieven) en op de Bloemgracht bij de drukkerij, welk pand Willem Jansz Blaeu op 16-4-1635 voor f 11000. - van Daniel en Jan van Gheel had gekocht (Schep. Kenn.). Vermoedelijk woonde Mr. Joan Blaeu tot kort na de dood van zijn moeder, die op 5-12-1676 in de Westerkerk werd begraven, bij haar in het huis op het Water. Op 25-6-1678 droegen de erfgenamen van Dr. Joan Blaeu het huis op het Water hoek Mandemakerssteeg, van ouds de Stamme Jesse genaamd en waar de Vergulden Sonnewijser voor de Luifel stond, voor f 13500. - over aan Susanna Veselaer, weduwe Jan Jacobsz Schipper (Schep. Kenn.). Mr. Joan Blaeu moet toen zijn intrek hebben genomen in het huis op de Bloemgracht bij de drukkerij. Op 10-7-1696 droegen Mr. Joan Blaeu en zijn twee broers het huis met stal, uitkomende aan de Nieuwe Leliestraat, voor f 6000. - over aan Abraham Tielen en het pakhuis en werkhuis op de hoek van de tweede dwarsstraat aan de derde brug voor f 7300. - aan Dirk Bruyn de Jonge en Hendrik Bruyn (Kw. 3 N, 279vo en 281vo).
Mr. Joan Blaeu betrok op 1-5-1696 een huis op de Herengracht n.z. tussen Vijzelstraat en Reguliersgracht (thans 541), dat hij vermoedelijk in 1695 van Dirk Munter kocht. Op 28-4-1713 werd het door de executeuren van zijn nalatenschap voor f 37240. - overgedragen aan Jan Jacob de Famars (herenboekje 1696 en Kw. 4 F, 36).
| |
Boekhandel
1674-1677 en 1689 veilingen van boeken etc. door de Erven van Dr. Joan Blaeu (KS 43/44 en 52).
10-4-1677 gildelid, betaalt tot en met 1708 jaarzang.
26-5- en 21-7-1677 proc. voor not. H. Outgers van de Erven Dr. Joan Blaeu op Daniel Elsevier en Jacob de Zetter om hun belangen in Duitsland waar te nemen. (N.A. 3228, 142 en 467).
6-7-1679 Mr. Joan Blaeu geeft bij zijn ondertrouw als beroep op advocaat te zijn.
1682 etc. overman van het gilde.
28-7-1695 ‘On fait scavoir au public qu'on vendra à la fin du mois de septembre au plus offrant l'atlas de feu M. Blauw en Latin et en Espagnol en XI volumes, reliez et non reliez, enluminez, net et complet; il y a encore quelques exemplaires en Latin et en Espagnol de reste.’ (Gaz.).
19-4-1696 veiling van ongebonden boeken in groot aantal of hele drukken op de Bloemgracht in de gewezen drukkerij van de heren Blaeu (A.C. 17-4-1696, zie ook KS 52).
12-11-1712: de inv. van de overledene vermeldt, dat de boeken sedert 1-1-1709 niet meer zijn overgedragen, zodat over de afbetaling van de nog lopende boekverkopersobligaties niets blijkt. Dit zijn f 3682.18.8 van 27-12-1706 (12 term. van ½ jaar) ten laste François Halma en echtgenote ten behoeve van Joan Blaeu, erfg. Pieter Blaeu, Hendrik en Wed. Dirk Boom, Janssoons van Waesberge en Rombertus Goethals; f 2290. - van 15-6-1711 (16 term. van ½ jaar) ten laste als voren ten behoeve van Jacob de Famars voor zijn echtgenote (eerst getr. met Pieter Blaeu) en overledene; f 1728. - van 17-12-1705 (16 term. van ½ jaar) ten laste van Rud. en Gerard Wetstein ten behoeve overledene; f 3613.5. - (20 term. van ½ jaar) ten laste van Gerrit Kuyper (eerst van Pieter van der Aa) ten behoeve van Pieter en Joan Blaeu in comp. met Warberg c.s. Bij de gewone debiteuren worden o.a. vermeld: Boeken in compagnie f 653.9. -, Willem Blaeu f 365. -, Joannes du Vivié f 2263.10. - en Joannes Wolters f 857.12.-.
22-24-3-1713 veiling van boeken van de overledene (G.A. 90).
| |
| |
| |
Drukkerij en Uitgeverij
Ofschoon Mr. Joan Blaeu officieel aan het hoofd van de drukkerij stond en in 1681 het contract van drukkers ondertekende, was er uiteraard een ander die in het feite het opzicht had. In 1672 was dat Jacob Lescaille geweest (KS 690). Hij was een zelfstandig boekdrukker en boekverkoper (KS 354/355), geb. 1610/11 te Dordrecht, 8-7-1630 met attestatie van Londen lid van de Waalse Gem. en 28-5-1644 gildelid. Hij huurde van de stad een huis op de Dam op de hoek van de Vismarkt. Na zijn dood in 1679 zette niet de zoon Anthony Lescaille, die in het begin van dat jaar bij de Desolate Boedelskamer terecht was gekomen (inv. van boekhandel van 18 en 19-1-1679), maar de dochter uit het tweede huwelijk, de dichteres Catharina Lescaille, de boekhandel voort. Na haar overlijden in 1711 was het Dirk Rank, die in 1712 trouwde met Susanna Lescailje de Wreedt, een zustersdochter van Catharina, die de zaken overnam en tot zijn dood voortzette (begr. Zuiderkerk 31-8-1736). Uitvoerige gegevens over zijn boekhandel vindt men in zijn test. van 25-6-1736, codicil van 1-7-1736 en inventaris van de nalatenschap van 20-10-1736 (met gedrukte catalogi van 25-10-1736) voor not. Maten (N.A. 9364-9366).
Een geheel andere figuur was Cornelis van Vianen, die in 1694 als meesterknecht op de drukkerij van Blaeu wordt vermeld (Navorscher 1867, 156). Hij was geen gildelid en wordt bij zijn beide ondertrouwen in 1677 en 1682 letterzetter genoemd, wonende in de Servetsteeg.
7-4-1695 werd de inventaris van de drukkerij, waar toen nog 9 persen waren, verkocht. Een geannoteerde proef is bewaard op de U.B.L. (KS 52/53). Kopers waren o.a. Harmen Aelbertsz (waarschijnlijk bedoeld: Aeltsen) en Van der Wiel. Drie plaatdrukpersen van pakhout werden verkocht voor f 70. -, f 84. - en f 72.-.
Na het overlijden van Dr. Joan Blaeu, op 28-12-1673, verschenen uitgaven en drukken op naam van de Erven van Joan Blaeu, van G. (of W.), P. en J. Blaeu tot in 1686, daarna alleen van P. en J. Blaeu en tenslotte ook van J. Blaeu alleen. Het waren, zoals voorheen, werken in verschillende talen, vooral Hollands, Latijn en Frans.
Hoe de gang van zaken op de drukkerij precies was, is niet geheel duidelijk. Men krijgt de indruk, dat de eigen uitgaven steeds minder werden en de drukken voor anderen meer.
Van deze uitgaven en drukken zal ik geen opsomming geven. Ik noem slechts als voorbeeld de druk van de Architectura Navalis van 1690 voor Nicolaas Witsen ‘Tot Amsterdam, ter drukkerije van Pieter en Joan Blaeu.’
Een uitzondering wil ik echter maken voor de Compagnie, waarover ik reeds enige bijzonderheden uit een geschrift van Leti van 1690 meedeelde (II 85). Ik vond geen notariële acten betreffende deze Compagnie en het lijkt mij daarom goed er aan de hand van de bewaarde uitgaven nader op in te gaan, hoewel veel mij niet duidelijk is geworden. Reeds in 1678 vindt men de combinatie Wolfgang, van Someren, Waesberge en Boom bij de kopers op een veiling (KS 1017). Bij Daniel Elsevier zullen wij zien, hoe zij op 20-2-1682 tezamen een schuldbekentenis voor de aankoop van het Corpus Juris verlijden en hoe Joan Blaeu daarin op 29-9-1684 deel ging nemen. Dit werk was reeds bij Elsevier gedrukt (Willems 1592), vandaar misschien dat Blaeu pas later toetrad. Stellig drukte hij al in 1682 voor de Compagnie, zoals blijkt uit een reeks uitgaven in het Latijn van de werken van Descartes, die in dat jaar begint. De uitgaven dragen steeds het adres: ‘Amstelodami, Ex typographia Blaviana 1682 (etc.) Sumptibus societatis.’ Op 22-1-1685 kregen Mr. Joan Blaeu en Compagnie privilege voor de uitgaaf van de Opera omnia van Descartes. Dat met deze compagnie de bovengenoemde boekverkopers zijn bedoeld, blijkt o.a. uit de uitgaaf van de Opuscula posthuma, physica et mathematica, die in 1701 verscheen met adres: ‘Amstelodami, ex typographia P. et J. Blaeu, prostant apud Janssonio-Waesbergios, Boom et Goethals, 1701.’ Een uitgaaf van 1704 van dit werk met hetzelfde adres houd ik wegens de minder mooie gravures voor een
| |
| |
nadruk. Als andere uitgaaf van de Compagnie noem ik nog Q. Curtii Rufi Historia, dat in 1684 met hetzelfde adres als de uitgaven van Descartes het licht zag.
Naast deze uitgaven in het Latijn vindt men ook sedert 1686 een aantal uitgaven in het Frans met de vermelding van de drukkerij van Blaeu en de Compagnie. Van 1686 noem ik de Histoire du concile de Trente van Fra Paolo Sarpi en de nadruk van de Parijse Journal des sçavans van 1685 (deel XIII), beide met het adres: ‘A Amsterdam, Dans l'imprimerie de G.P. et J. Blaeu, 1686. Aux dépens de la Compagnie’. De delen XIV-XXI van deze serie verschenen in de jaren 1687 tot 1694 met adres ‘A Amsterdam, Chez Wolfgang, Waesberge, Boom et Van Someren’, de delen XXII-XXVII in de jaren 1695-1699 ‘A Amsterdam, Chez Waesberge, Boom, à Someren, & Goethals’, XXVIII-XXXII in de jaren 1701-1705 ‘A Amsterdam, Chez Waesberge, Boom, & Goethals’, XXXIII etc. sedert 1707 ‘A Amsterdam, Chez les Janssons à Waesberge’. Al werd de naam van Blaeu sinds 1687 niet meer vermeld, toch werd de uitgaaf stellig tot de opheffing van de drukkerij daar gedrukt.
De Compagnie gaf daarnaast van 1686-1693 nog een ander tijdschrift uit, de Bibliotheque universelle et historique, in 26 delen, met het adres ‘A Amsterdam, Chez Wolfgang, Waesberge, Boom & Van Someren.’ (Hatin 211), sedert 1690 echter alleen bij Wolfgang.
Het lijkt eenvoudig uit het voorgaande de samenstelling van de Compagnie te reconstrueren: Wolfgang stierf in 1694 en werd opgevolgd door Goethals. Abraham van Someren stierf in 1700 en zijn aandeel werd overgenomen door de andere compagnons tezamen of door zijn zwager Goethals alleen. De zaak ligt echter ingewikkelder, want sedert 1687 vindt men losse uitgaven van de Compagnie, waar naast Wolfgang ook Goethals al in deelneemt. In 1686 treft men op uitgaven als de Memoires van P.M. Coronelli en de Description de l'Afrique van O. Dapper de vier compagnons aan: ‘A Amsterdam, Chez Wolfgang, Waesberge, Boom et Van Someren’. In 1687 heeft La Sainte Bible het adres: ‘A Amsterdam, dans l'imprimerie de P. et J. Blaeu. Pour Wolfgang, Waesberge, Boom, Van Someren, et Goethals’ en de uitgaaf Cornelii Nepotis Vitae hetzelfde adres, uiteraard in een Latijnse versie.
Het heeft geen zin alle uitgaven van de Compagnie te noemen. Ik zal hier echter nog twee uitgaven vermelden, die enig nieuw licht op de verhoudingen in de Compagnie kunnen werpen. Dat is in de eerste plaats de Beschrijvinge van de stad Amsterdam, geschreven door Casparus Commelin (zie ook aldaar), dat in 1693 verscheen bij Wolfgang, Waesberge, Boom, van Someren en Goethals, zonder de vermelding van de drukkerij van Blaeu. Moeilijkheden met de vergaarder Cornelis van Es over zijn honorarium (KS 1463-1464) leidden tot een actie tegen hem voor het gerecht, waarbij de vijf compagnons optraden zonder Joan Blaeu. Hieruit zou men misschien kunnen afleiden, dat die geen deel nam in de losse uitgaven, die zonder vermelding van zijn drukkerij verschenen.
De andere uitgaaf betreft een werk in 6 delen, M. Tullii Ciceronis Orationes ex recensione Joannis Georgii Graevii, die van 1695 tot 1699 het licht zagen. Deel I (2) van 1695 heeft het adres: ‘Amstelodami, Ex typographia P. & I. Blaeu, Prostant apud Wolfgang, Janssonio-Waesbergios, Boom, à Someren, & Goethals’. De delen I (1) en III (1) van 1699 hebben het adres: ‘Amstelodami, Ex typographia P. & I. Blaeu, Prostant apud Janssonio-Waesbergios, Boom, à Someren, & Goethals’, net als de delen II (2) van 1696 en III (2) van 1698. Blijkbaar hebben de erfgenamen van Wolfgang dus nog enige tijd na zijn overlijden het aandeel in de Compagnie behouden.
Hoe nauw de relaties van Blaeu met de deelhebbers in de Compagnie waren, blijkt ook uit een advertentie van 9-5-1693: ‘Werd bekent gemaekt, dat het vermaerde Stedeboek van Savoyen en Piemont, met de uitstekende schoone platen, van alle de steden, forten, kasteelen en heerlijkheden, voor desen in 't Latijn bij de heer Blaeuw gedrukt en uitgegeven, nu in het Nederduyts overgeset,
| |
| |
gedrukt en te bekomen is, tot Amsterdam in de boekwinkels van Wolfgang, Waesbergen en Boom, daer de liefhebbers ook noch van de selfde exemplaren in 't Latijn konnen voorsien worden.’ (A.C.).
Bij Goethals kan men zien, hoe deze de leiding had bij de uitgaaf van de Biblia critica in 1696, die door de deelnemers van de Compagnie, tezamen met enige andere boekverkopers, bij intekening werd uitgegeven. Bij Marc Huguetan tenslotte vindt men een bevestiging van de mededeling van Leti, dat de Compagnie net als de broers Huguetan veel Rooms-Katholiek kerkgoed voor het buitenland drukten. Uiteraard is het bijzonder moeilijk deze drukken, die natuurlijk met gefingeerde adressen verschenen, aan te wijzen.
Sedert de verkoop van de drukkerij van Blaeu in 1695 moest uiteraard elders worden gedrukt. Wolfgang, voor zover bekend de enige van de compagnons, die een drukkerij had, was reeds in 1694 overleden. Ik neem aan, dat de Compagnie bij verschillende drukkers het werk uitbesteedde. Ik kan er slechts één noemen. In 1685 was bij de Compagnie het Griekse Novum Testamentum... Studio et labore Stephani Curcellaei verschenen, met adres: Amstelodami, Ex typographia Blaviana, 1685. Sumptibus societatis. Een herdruk zag in 1699 het licht met adres: Amstelodami, Sumptibus P. & J. Blaeu, Waesbergen, Boom, à Someren, & Goethals. Achterin deze uitgaaf leest men: Campis, Typis vid. Casparii Cotii & curâ Johannis Steenbergii. Beide uitgaven hebben hetzelfde drukkersmerk van Blaeu met de spreuk ‘Indefessus agendo’. De Compagnie moet de houtblokken van de drukkersmerken en dergelijk materiaal behouden hebben. Op andere uitgaven, waar de drukker zijn naam niet noemde, vermeldde de Compagnie net als voorheen de drukkerij van Blaeu, welke naam het waarschijnlijk nog het beste deed. Rahir, die anders nogal eens een oplossing geeft, blijft spreken van drukken van P. en J. Blaeu (no. 3006). Ik vond dergelijke drukken tot 1703 toe (Pub. Ovidius Nazoos Herschepping in Nederduitsch dicht vertaelt door J. v. Vondel). Een Histoire du concile de Trente van Paolo Sarpi, met adres ‘A Amsterdam, Dans l'imprimerie de G.P. et J. Blaeu, 1713. Aux dépens de la Compagnie’ is uiteraard stellig een nadruk van de bovengenoemde uitgaaf van 1686.
Blijkens de volgende advertentie in de Amsterdamse Courant van 3-7-1706 werd namelijk toen al de Compagnie, na dus waarschijnlijk ruim twintig jaar te hebben bestaan, geliquideerd: ‘Op de 10 augustus sal tot Amsterdam, in de Herberg de Son op de Nieuwendijk, 's morgens om 9 uuren precys, onder de boekverkopers verkogt worden alle de sortering en boeken, die eenige jaren herwaerds zijn gedrukt door de Compagnie van P. en J. Blaeu, Boom, Waesbergen en Goethals, met het regt der copyen, figuren en platen, bestaande in seer fraeye en goede sorteering als bekend en breeder bij de catalogus te sien is, die tot Amsterdam in de boekwinkels van Boom en Waesbergen te bekomen is.’
In 1708 staakte Mr. Joan Blaeu blijkens zijn uittrede uit het gilde en het stopzetten van zijn boekhouding de boekhandel geheel. Dit wordt o.a. bevestigd door de verkoop van 294 exemplaren van Cicerones Orationes Grevii, die hij samen met zijn broer Pieter van 1695 tot 1699 voor de Compagnie had gedrukt (KS 924).
| |
Bijzonderheden
Helaas ontbreekt nog steeds een algemene uitgaaf over de familie Blaeu. Voor de laatste litteratuur verwijs ik naar het boekje van H. de la Fontaine Verwey en W. Gs Hellinga, In officina Joannis Blaev, twee inleidende studies bij een kleine tentoonstelling van de Dr. P.A. Tiele-Stichting (Amsterdam 1961). Ik behandelde hier Mr. Joan Blaeu als belangrijkste vertegenwoordiger van de familie in de boekhandel in de periode na 1680. Ik wil er echter nog iets aan toevoegen over zijn beide broers.
| |
| |
De oudste, Mr. Willem Blaeu, gaf als beroep bij zijn ondertrouw in 1659 op advocaat te zijn. Wij zagen, dat hij tot 1686 in de drukkerij van de familie geïnteresseerd bleef. Ondertussen had hij blijkbaar voor eigen rekening deel genomen in het uitgeven van Joodse boeken (KS 10, 364, 1168 en 1170). In 1677 kwam de Biblia Germanica Judaica van G. Blaeu en L. Baak tot stand (E.).
De sterfjaren van Willem Blaeu en zijn echtgenote, Anna van Loon, zijn mij niet bekend. De gegevens in de Vroedschap van Elias zijn niet juist. Bij de verkoop van de gebouwen aan de Bloemgracht in 1696 trad Anna van Loon namens haar echtgenoot op. Op 28-10-1699 werd bij de Des. Boedelskamer een curator over Mr. Willem Blaeu de Oude aangesteld, op 23-3-1700 volgde het ontslag. Op 30-10-1699 werden inventarissen op een kamer in de huize in Sypesteyn (daar waren 31 schilderijen of kaarten en 61 gedrukte boeken) en op een kamer op de Haarlemmerdijk ten huize van Pieter Langendael opgemaakt. Het is mogelijk, dat een verkoop van 5-12-1712, aangekondigd in de Haarlemse Courant van 22- en 29-11-1712, van de bibliotheek van Mr. Willem Blaauw, waaronder een atlas van Blaeu, hem betreft.
De tweede broer, Mr. Pieter Blaeu (1637-1706), is in 1662 door zijn vader, Dr. Joan Blaeu, als opvolger in zijn winkelnering aangewezen, waarschijnlijk echter wel mede om daardoor een verkoping te mogen houden (KS 42). Reeds in 1668 werd hij secretaris van de Weeskamer. Blijkens de herenboekjes woonde hij achtereenvolgens op verschillende adressen, ver verwijderd van het Water en de Blomgracht. Op 10-6-1693 werd hij voor f 23000. - eigenaar van een huis op de Herengracht tussen Huiden- en Wolvenstraat (Kw. 3 K, 51). Ik neem dan ook aan, dat hij uitsluitend met geld in de uitgeverij en drukkerij geïnteresseerd is gebleven, zoals o.a. blijkt bij de verkoop van exemplaren van boeken in 1708 (KS 924). De vermelding van zijn aanwezigheid op de Frankforter Messe in 1687 (KS 1467) is, zoals men begrijpt onjuist. Een uitgaaf, vermoedelijk van P. en J. Blaeu, was daar in dat jaar.
|
|