[Hs. F] Vergadering van 5 Februari 1903.
Aanwezig: Aafjes, De Haan, Vogel, Keulen, Mina, Jo Tr., Marie de H., Koorn, Van Eeden, De Koe, Tromp, De Haer.
1. Brief van Hendrik Bakker te A'dam, schoenlapper. Wenscht lapwerk en ruw werk te doen. Geantwoord zal worden, dat we geen ruimte hebben, om een nieuw bedrijf op te nemen, dat niet gebleken heeft, rendeerend te zijn.
2. Verslagen Veeteelt en Bakkerij: De varkens blijken niet rendeerend te zijn, de bakkerij geeft een overschot van ƒ 10 per dag.
3. Arie Rezelman's tijd van 3 weken is om. De Koe zal hem zeggen, dat hij voorloopig - met 1 week opzeggen - kan blijven tegen kost en ƒ 1 per week.
4. Over Hoekstra zal a.s. Zondag worden beslist, men vindt het wonen met kinderen op het groote huis wel een bezwaar; echter is het zeer wenschelijk dat een bekwaam kweeker komt. Ook Hoekstra wil liever appart wonen.
5. De hit is niet voor de taak van thans berekend; aan Hessing zal worden opgedragen, een nieuwe te koopen, b.v. op de paardemarkt te Goor.
N.B. Zondag werd besloten Hoekstra uit te noodigen, hier op dezelfde condities als de andere aspiranten te komen. Hij kan dan De Koe's huis betrekken, als dat leeg komt. Hoekstra ging hiermede accoord.*
* De notitie geplaatst achter N.B. is onmiskenbaar van later datum (op of na zondag). Zij is in het manuscript met punt 4 verbonden d.m.v. een streep in de marge.
Verslagen veeteelt en Bakkerij: Over 1902 zijn geen verslagen bewaard gebleven. Begin 1903 waren beide bedrijfstakken niet onvoordelig (blijkens het verslag in De Pionier) Beide leverden een batig saldo van respectievelijk ƒ 164,925 en ƒ 105,35 op. Wat de veeteelt betreft bleven de koeien behouden, voor melk voor de bakkerij en voor eigen gebruik. Walden had echter door uitbreiding van de tuin haast geen weiland meer. Na 1903 kreeg de bakkerij melk van de kolonie in de Horstermeerpolder. Arie Rezelman: Dit was zijn tweede poging om in de kolonie te komen (zie 29.X.1902). Hij bleef nog enige tijd als ‘gast’ (zie bevolkingslijst, mei 1903). Uit het feit dat hij zo'n geringe uitkering ontving, zou men kunnen opmaken, dat hij niet veel werk verzette. Blijkbaar was er op dat moment