[Hs. F] Vergadering van 12 November 1902.
Aanwezig: Van Eeden-Aafjes-Mina Bolland-Marie de H.-Keulen-Koorn-De Haer-De Haan-De Koe-Heller-Tromp.
1. De voorwaarden voor de aspiranten worden aan de nieuwe aspiranten Koorn en Keulen voorgelezen. Zij nemen daar genoegen mee. Het loon van Koorn wordt vastgesteld op ƒ 7.50 per week.
2. Vervolg der arbeidsregeling. Alle bestellingen voor elk bedrijf zullen door het hoofd van het bedrijf worden gedaan. Deze bestellingen zullen gebeuren per bon, waarop voorzoover mogelijk de prijzen zullen worden opgegeven, die door den kashouder zullen worden geteekend. Worden de bestellingen geleverd, dan wordt de bon voor ontvangen geteekend door het hoofd van het bedrijf, wat insluit dat de prijzen ook door hem worden gecontroleerd en goedgekeurd. Daarna kan de betaling door den kashouder geschieden.
Het wordt noodig geacht, dat één persoon als vertegenwoordiging der kolonie tegenover de buitenwereld optreedt. Hij ontvangt, bewaart en beantwoordt de brieven, na die in de vergadering ter tafel te hebben gebracht. Hij houdt het archief der kolonie bij. De boekhouder wordt hiervoor aangewezen. Voor een bestuur voor inwendige zaken werd geene functie gevonden. Mocht het echter ooit noodig blijken, dat iemand als zoodanig optrad, dan zijn de drie oudste leden der kolonie, De Haan, De Koe en Mina Bolland, hiervoor gemachtigd.
3. De Haer bespreekt de moeielijkheden van zijn wonen met gezin op het groote huis. Hij wil de komst der kleermakers niet belemmeren door ook op het openvallende huis van De Boer aanspraak te maken, doch voornamelijk zijne vrouw voelt zich op 't huis in hare vrijheid beperkt. Dit blijkt nu grootendeels in een misverstand oorzaak gevonden te hebben. Mina had als hoofd der huishouding alleen willen weten, of zij op Marie's hulp ook kon