de bakkerij? Hij meent dat dit niet het geval is en vraagt of er in 't algemeen niet wat royaal met de melk wordt omgegaan, vooral nu we nog melk moeten bijkoopen.
7. Heller zeft, dat de logé (Scheuer) heeft geklaagd, dat zijn bed door hem zelf moet worden opgemaakt. Hij, Scheuer, meende - zegt Heller - dat de pensionprijs van ƒ 12,50 per week hoog genoeg was, om dergelijke werkzaamheden niet te behoeven te doen. Hier wordt tegen aangevoerd, dat dit aan Scheuer vóór zijne komst uitdrukkelijk is gezegd en hij er volkomen genoegen mee heeft genomen. Mina B. zegt verder, dat haar die opmerking van Scheuer te meer verwondert, omdat zij hem nog een paar maal heeft aangeboden het bed op te maken, maar Scheuer heeft dit geweigerd.
8. Ingekomen is een brief van drie kleermakers, Verhamme en Borgmeier met zoon, beide gehuwd, die voorstellen zich bij ons aan te sluiten. Zij stellen voor, als hun woning en werkplaats hier kan worden verschaft, eerst eenigen tijd voor eigen rekening te werken, opdat wij kunnen zien, dat die zaak voor ons voordeelig is. De Koe stelt voor, dat zij allen dan, na De Boers vertrek in diens huis zullen intrek nemen. Over dit punt wordt nog geene beslissing genomen. De kleermakers zullen worden uitgenoodigd, in eene vergadering bij ons de zaak nader gemeenschappelijk te bespreken. Het principe ontmoet intusschen algemeenen bijval.
23 october: Op de dag dezer vergadering schreef Van Eeden in zijn Dagboek: ‘Ik corrigeer mijn tweede artikel, het schijnt me goed.’ Bedoeld werd ‘Over woordkunst II’, in oktober geschreven en in de novemberaflevering van het Tweemaandelijksch Tijdschrift gepubliceerd (zie V.VI.VII.1902). Nog geen week daarna, op 28 oktober, noteerde hij: ‘De bijen zijn ingewinterd. Nu mijn boek afschrijven [De blijde wereld], dat moet nu achter elkaar. Het wordt goed, geloof ik’.
Hellers broer: Op 4 oktober had Heller immers gevraagd of zijn broer mocht komen invallen voor Dieterman. Klaarblijkelijk heeft men dit voorstel dadelijk aangenomen en is de broer kort daarop in de kolonie gearriveerd. Gerard Heller (geb. 1883) was dienstweigeraar. Hij was timmerman, maar voldeed niet op Walden en vertrok naar de kolonie ‘Monte Verità’ in Ascona (Zwitserland).
Overdracht van den grond: Van Eeden had al enige tijd voordien bericht gehad van Van Schendel. Op 2 oktober schreef hij verontwaardigd in zijn Dagboek: ‘Ik was zeer vervuld van een brief van van Schendel, waarin hij namens Bertha optreedt en de schrapping weigert. Ik was onzeker wat ik