19 Mei.
Betsy Smit voor een week gekomen. Gister de palen voor een hooiberg gezet. Hein Eisenlöffel heeft een tent in 't bosch gemaakt. De hut van Van Suchtelen is al 14 dagen in gebruik. Met Truida's huis wordt begonnen. De boekweit heden ingezaaid, waarmee 't voorjaarswerk eindigt.
19 Mei: Van Eeden schreef diezelfde dag in zijn Dagboek: ‘Ik begin aan hoofdstuk XV van mijn boek [Van de koele meren des doods], en breng Dinsdag de eerste IX naar den drukker. Ik heb weinig geld en mijn vader gaat erg achteruit. Anders geen bezwaren.’
Het werk naderde zijn voltooiing. Martha en ook Betsy van Hoogstraten hebben zich tegen de publikatie ervan verzet, maar tevergeefs. Op 9 september schreef Van Eeden: ‘En ik vind toch dat ik recht heb en goed doe.’ Op 31 oktober was het boek af en de volgende dag bracht hij het al bij de drukker. Uit zijn Dagboek (2 november) blijkt dat hij er hoge verwachtingen van had: ‘Het komt mij voor een grooter uitwerking te moeten hebben dan één van mijn vorige boeken. Een min of meer universeele, internationale uitwerking lijkt mij zelfs niet onwaarschijnlijk.’