Dagboek: ‘Dit is mijn eerste poging tot openbare actie. Feitelijk is die niet geslaagd en ook niet bemoedigend. Ik heb wel mijn voornaamste voorstellen doen aannemen, maar ik kon de scheuring niet voorkomen. Had ik zelf de leiding gehad der vergadering dan was 't niet gebeurd. En niet bemoedigend is de weinige goede krachten te zien waarmee gewerkt moet worden. Dertig menschen en nauwelijks vijf goede voor een bestuur. Er was in dit niets wat veelbelovend scheen. En de vraag is of ik activiteit genoeg heb het verder te brengen. Misschien werkt het geval indirect iets uit. Mijn bedoeling heb ik duidelijk genoeg uitgesproken.’ Met deze vergadering begon waarschijnlijk de prehistorie van de Vereeniging Gemeenschappelijk Grondbezit (G.G.B.).
samenwerking met Kylstra: Van Eeden maakte in maart 1900 kennis met de Blaricummers en de familie Kylstra. De beide kolonies besloten tot een - voorzichtige - samenwerking. Op 30 april schreef Van Eeden aan zijn vriend Van Deyssel: ‘Hier op Walden gaat alles voorspoedig. We treden in druk verkeer met de zuster-kolonie te Laren. Dat is de weg dien het op moet. Elke nieuwe navolging bevestigt onze positie.’
Lodewijk van Mierop wilde de samenwerking uitbreiden, o.a. door het gezamenlijk uitgeven van een tijdschrift (Arbeiders-weekblad), waarover hij in juli 1900 met Van Eeden onderhandelde. Het plan mislukte, de I.B. gaf (vanaf maart 1901) het blad echter alleen uit.