worden verhuurd, verpacht, verhypothekeerd worden, en geen grond of woning in bruikleen of erfelijk bruikleen gegeven zonder algemeen goedvinden. Het bruikleen mag worden overgedaan, maar alleen aan leden, of aan wie lid wordt bij de transactie. Metterwoon verlaten beteekent verval van lidmaatschap en verlies van eigendomsrechten. Leden worden aangenomen zoover de ruimte gedoogt. Ze hebben geen andere verplichtingen dan in geval van nood voor de gemeenschap met geld of arbeid bij te springen. Ze mogen leven en werk en geld verdienen precies zooals ze wenschen.
De vennootschap zelf heeft een centraal gebouw, en een stel vaste werkers in dienst, die ook leden moeten zijn. Bovendien kan ze gebruik maken van den arbeid der leden, tegen vergoeding, en ingeval van nood van arbeid van buiten. De vaste werkers mogen ook voor de leden werken, tegen vergoeding aan de centrale kas. De vaste werkers worden door de vennootschap gevoed en gehuisvest en bezoldigd.
De opbrengst van den grond - behalve de kleine aan de leden in bruikleen gegeven stukken - wordt tegen den laagst mogelijken prijs, alleen voor de leden verkrijgbaar gesteld. Alleen wat te veel is tegen marktprijs verkocht.
Uit de centrale kas mogen geen dividenden of winsten in welke vorm ook worden uitgekeerd. Het geld mag evenmin tegen rente worden uitgeleend. Het mag alleen worden gebezigd voor uitgaven ten algemeenen nutte, voor de bezoldiging der vaste werkers, het onderhoud van het centraal gebouw en het centraal bedrijf, voor de ondersteuning van behoeftigen, ouden en gebrekkigen, en wat er te veel komt voor aankoop van grond, uitbreiding, of vorming van nieuwe vestigingen, eindelijk tot reserve of weerstandskas.
Aansluiting met nieuwe vestigingen is alleen geoorloofd wanneer die op dezelfde beginselen steunen. Echter mag elke vestiging een eigen huishoudelijk reglement hebben, en finantieele zelfstandigheid.
Ieder meerderjarig lid is stemhebbend. Vereischte tot lidmaatschap alleen: domicilie op den gemeenschappelijken grond, onderwerping aan de statuten, en goedkeuring van de overige leden.
De toeleg moet zijn - en wordt dit om economische redenen van zelf - zooveel mogelijk voor eigen behoeften te produceeren.
Het spreekt van zelf dan men om gewoon lid te worden, zonder vaste werker te zijn, òf een stuk grond aan de vennootschap moet