14 December.
De kleine akker bij De Lelie wordt diep gespit, 't eikenhakhout gerooid, over ongeveer ⅙ H.A. Met Jan de Graaf en Willem van Riet. Jan de Graaf tot tuinman genomen.
De kleine akker bij De Lelie wordt diep gespit: Van Eeden genoot van het werk. Diezelfde dag noteerde hij in zijn Dagboek: ‘Van morgen heerlijk gespit. Als dit bedrijf nu, zooals het natuurlijk worden moet, was zonder zorg, van zelf marcheerend door regel en orde en zich makkelijk zelf dekkend, dan is er geen voortreffelijker leven op aarde denkbaar. Het zou mij in alles voldoen, en geen uur van den dag zonder vrede of glans laten.’ De voorgaande dag was hij bij zijn vriend Van Deyssel op bezoek geweest, maar het viel hem tegen: ‘Bij Karel had ik niet dat prettige van vroeger omdat ik nu zooveel beters ken. Ik dacht aan mijn hut, mijn landwerk, en toen vond ik zijn bestaan zoo griezelig duf en ongezond. Maar wij spraken toch zeer aangenaam.’
De Lelie: Het huis ‘De Lelie’ is door Willem Bauer aan de Nieuwe 's-Gravelandscheweg op grond van Walden gebouwd en werd op 19 februari 1899 door de familie Van Eeden betrokken. Van Eeden zelf woonde er niet permanent, hij verkeerde liever in zijn blokhut, maar bezat er wel een bibliotheek-studeerkamer.
Jan de Graaf: (geb. 1872). Tuinman-kolonist op Walden.
Willem van Riet: Willem Frederik van Riet (geb. 1875). Een der eerste kolonisten op Walden. Getrouwd, twee zoontjes. Hij was de broer van Van Eedens vroegere huisknecht in diens Amsterdamse praktijk. Hij kon smeden, timmeren, tuinieren en voorts allerlei voorkomende werkzaamheden verrichten. Daarom nam Van Eeden hem maart 1898 als knecht op Walden in dienst. Hij bleef echter geen ‘bediende’ en kreeg in 1900 een