een hoogontwikkelde spraak zijn ontstaan en hun vaste beteekenis hebben.
Ook het gesproken woord is klanken-kunst, met bepaalde eischen en rechten, en met een vermogen, dat niet door zang of instrumentaal-muziek te vervangen is. Een schouwspel of tooneel-spel waaraan het gesproken woord ontbreekt, kan geen dramatische kracht hebben, het is als tooneelwerk onvolledig, evenals een pantomime.
Het zichtbare en hoorbare kan daarbij wel schoon zijn, en vóór-studie kan het dramatische element eenigszins vergoeden, maar een zuivere, harmonische samenwerking der kunsten is het niet, en het hoogste genot dier combinatie kan het niet geven. Ja, de onevenredigheid zal altijd voor den kunstgevoeligen toeschouwer bemerkbaar blijven en zijn zuivere gewaarwordingen door min of meer komische contrasten bederven.
Wie niet aan 't genre gewend is, zal een opera, ook zelfs een Wagnersch-muziekdrama onbevredigend vinden en de enkele muziek en het enkele drama verkiezen.
Dit bewijst niet, dat een combinatie met verhoogd schoonheidseffect, onmogelijk is, maar alleen dat ze in dit geval onevenredig, onharmonisch en daarom onbevredigend was.
Muziek en gesproken woord mogen elkander in het muzikale, of muzikaal-geillustreerde tooneelspel niet vervangen, maar behooren elkander af te wisselen in dier voege, dat de muziek van het onzichtbare orkest alleen dàn klinkt, wanneer er niet gesproken wordt, en nooit de dictie overstemt of onduidelijk maakt.
Vóór het opgaan van het scherm bereidt de muziek den