Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs)(1984)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Aan N. Beets O Beets, wat zijt gij groot! Als God het niet verbood, Dan zou ik u aanbidden... Nu laat ik dat in 't midden: Toch val ik voor u neêr En breng u lof en eer: Wat is uw muze rijk... En dichterlijk! Vol speelsch vernuft, o ja! Is wel uw Camera- Doch dat was maar een grapje, Een dartlend eerste stapje; Doch boven Hildebrand Steeg hoog de Predikant: Die heeft eerst goed geschreven! En zoo verheven! De godsvrucht was uw heil... Gebonden werd uw stijl, En dat was eerst het ware: Aandachtig zit de schare En staart bewondrend aan. Hoe bundels najaarsblaân In vromen stroom ontglippen Uw grijzen lippen! Vorige Volgende