Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs)(1984)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] V Jalouzie Gevloekte slang! aan gloênde harten knagend, De zoete trouw der minne boos belagend! Ik heb den knik des maak'laars wel gezien! Hij greep haar hand en lonkte bovendien. Ja! op haar voet heeft hij getrapt, de snoode! Ik had het diepe bukken niet van noode: Ik zag het, zij liet toe... O, wreede smart! Hij trapte op haren voet, zij op mijn hart. Zou 't waar zijn? Heer! verlicht mijn wankle schreden, Eer 'k mijn geluk voor immer ga vertreden!- Zoo ze om des maak'laars wille mij verliet... Ik zou haar kunnen... Neen! dát nooit, dát niet! Neen! 'k zal geduldig zijn en Gode zwijgen, En mocht die man-dien ik veracht-haar krijgen... Ik zal mij bloedend werpen aan haar voet: Haar stervend zeeg'nen, als een Christen doet. Vorige Volgende