Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs)(1984)–Frederik van Eeden– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] III Er door Het is er door!-Almachtig Opperheer! Die 't lot aldus ten zegen hebt gewend, Voor Uw algoede wijsheid kniel ik neêr, En 'k dank U staamlend ons engagement. Welk oogenblik!-Haar vader wachtte mij, Een minzaam lachje op 't achtbare gelaat,- Toen ging hij in den gang-en daar kwam zij, Zoo lieflijk blozend als de dageraad. Getuige van mijn weelde! lief salon, Bescheiden schouwplaats van mijn eerst geluk, O, als uw licht behangsel klappen kon, Of uw penant en uw piano-kruk! Haar ouders kwamen binnen, blij verrast, Zij bloosde en staarde schuchter naar den grond- Toen knielden we allen neder, als het past, En dankensklanken lispelde onze mond. Vorige Volgende