Don Torribio
(1890)–Frederik van Eeden– Auteursrecht onbekend
[pagina 121]
| |
[pagina 123]
| |
Motieven voor de sluimer-cantate.I.Hoe heer - lijk rijst de blee-ke maan,
Aan d' ef - fen he-mel-boog
Thans zal de vorst naar bed toe gaan, naar bed toe gaan, naar bed, naar bed, naar bed, naar bed toe gaan.
En lui-ken 't zorg-vol oog
en lui-ken 't zorg-vol
| |
[pagina 124]
| |
en lui - ken 't zorg - vol oog.
oog,
en lui - ken 't zorg - vol oog.
gaan En
| |
II.Heil, heil zij u o ma-jes-teit
Gij kunt u zonder vrees ter rus-te be-ge-ven
Zacht heeft de trouw uw legersteê ge-spreid
En schoo-ne droomen zullen u om - zwe - ven.
| |
[pagina 125]
| |
III.Wan-neer de gou-den zon - ne - toorts. haar dag-taak heeft volbracht,
Dan daalt zij naar de Wes-ter-kim, En slui-mert o - vernacht.
Slaap dan Bil - bon - zo! Slui - mer vrij,
Uw kracht heeft ook zijn grens
Want zelfs de groot - ste we - reld - vorst is voor zijn schep - per mensch!
| |
[pagina 126]
| |
IV.De zon zelfs moet gaan sla - pen,
Slaap ko - ning dan ook gij!
God heeft de rust ge - scha - pen
Voor vorst en bur - ge - rij!
| |
[pagina 127]
| |
V.Maar zie u - we goe - de da - den des daags ver-richt,
Zij ko-men tot u met zach-ten vleu-gel-slag en zin-gen.
| |
VI.Goe - de da-den hand in hand,
Eng-len van den Hoo - gen,
Om 't door - luch-tig le - de - kant
Ko - men wij ge - vlo - gen.
| |
[pagina 128]
| |
VII.Thans ligt de vorst te bed, o heil-ge ston-de,
De last der kroon drukt 't e-del hoofd niet meer
Wijk zor-gen thans der vor - ste - lij - ke spon-de
Zacht zink de vre - de op 't moe - de li-chaam neêr.
| |
VIII.Slui - mer slui - mer slui - mer zacht
Vol-kren Va-der,
Al te ga - der,
Wen-schen wij u goe - den nacht.
|
|