LXXX.
Met het stukje over Vriendschap is hier bedoeld een artikel van mij in ‘De Groene’ over de Chineesche opvatting van vriendschap.
Walden, Bussum, 16-2-'16.
Beste Henri, op de bijeenkomst van Bloemers en Brouwer hebben wij met succes geconfereerd en vlot beslooten. Eergister was Brouwer bij mij en stelden wij de statuten vast. We zullen voortaan gereegeld eenmaal 's weeks bijeen koomen. Morgen (Donderdag) om half vijf leeszaal Kras.
In ander opzicht zijn er voor mij zeer beroerde dingen gebeurd. Brouwer is intiem met menschen die mij inferieur voorkoomen. De intimiteit met Brouwer stijgt ze na 't hoofd en ze herhalen zijn paradoxen en wilde uitvallen op onhebbelijke manier. Ik had een samenkomst met Jaap de Haan en Brouwer gearrangeerd en daar hebben die anderen zich op geheel ongepaste manier in gemengd en een er van is op onverdraaglijk ruuwe en brutale manier teegen mij opgetreeden. Wat ik van Brouwer verdragen kan, wordt onuitstaanbaar in die menschen. Ik acht de Haan een groot dichter en een geweldig intellekt, en kan hem niet voor ‘idioot’ laten uitschelden door een man van niks. Dat zijn dus débacles geworden die mij zeer veel leed doen.
Ik weet ook niet welk ‘Zürcher Programm’ Max Ermers bedoeld, maar ik kan het van Fried wel te weeten koomen.
Ik hoop dat je gaauw wel genoeg bent om zelf te koomen. Het is zoo moeielijk huizen zoeken voor een ander.
Ja, dat stukje over vriendschap heeft mij zeer getroffen.