LXVI.
Walden, Bussum, 17 Jan. 1915.
Beste Henri, de Heks van Haarlem gaat waarschijnlijk 6 Februari in Amsterdam. Twee bedrijven verschijnen in 't Februari-nummer van Gr. Nederland.
De perkara met de Groene is in orde. Ik heb het veld behouden en sta nu veel vaster. Het ingezonden stuk komt in 't volgend nummer. Ik denk dat Keller het je toezond.
Ik kom 26 deezer in den Haag weer zwammen. Kan ik dan weer bij je overnachten? Ik zal nu mevrouw Boon vragen of ze me ten eeten wil hebben. Dat is een beleefdheid die ik moet doen. Mocht ze jou vragen neem het dan aan, voor mijn plezier.
Ik moet den 27ste een visite maken bij de Loudon's. Die hebben mij namelijk gevraagd de Heks bij hen aan huis vóór te leezen, voor eenige vrienden. Ik zal dat nu op 31 Jan. doen, en mevrouw L. daarom vooruit een bezoek brengen. Het zijn zeer sympathieke menschen.
Van Schmidtbonn hoorde ik al door von Molo. Hij sprak van hem als ‘een mensch’.
Van Carl Spitteler kreeg ik zijn ‘Vortrag’ oover den oorlog.
Een van de beste geschriften er oover, uiterst leezenswaard.
Ik acht Spitteler wel de voornaamste poeet van onzen tijd.
Schrijf mij nog eens - of nog beter kom weer eens. Zoo duur is het niet, en we zullen graag een uurtje langer opblijven als jij er bent.
Gegroet.
F.v.E.