onbuigbaren weerstand, zoodra de stem Gods wordt versmoord of misduid.
In hoogsten zin is regeeren en kunst hetzelfde - het leiden van den menschengeest in de richting van het innerlijke, goddelijke Licht.
Zoolang de vrije, dichterlijke geest zonder invloed blijft op de organisatie der maatschappij, zoolang blijven ook oorloogen als deeze onvermijdelijk.
En nu nog iets - dat veelen uwer wonderspreukig zal klinken, vooral in mijn mond.
Niet alleen voorzie ik, dat in deeze samenwerking van intellekt en intuïtie, van verstand en genie, wijze en staatsman, dichter en koopman, dat hierin de eenige redding is uit den schrikkelijken toestand waarin we geraakt zijn - maar ik voorzie ook dat de macht, die vooral daarbij werkzaam zal moeten zijn, is de macht van het geld.
Het is een domheid, Mammon als den Booze te vloeken. Mammon is een goede God, mits hij in rechtvaardigheid en wijsheid worde gediend.
Hier moet ik mij bepalen tot een beeld, en wie ooren heeft om te hooren, die hoore.
Het geld is het bloed der menschheid - het voedingsvocht dat het waereldverkeer moogelijk maakt. Het geldverkeer is voor het