Voorwoord.
Vier avonden sprak ik oover den oorlog, in Amsterdam, voor een gemengd gehoor. Ik beschouwde die toespraken als een gemeenschappelijk streeven naar verheldering en vastheid, en zal nu trachten het gesprookene te verwerken tot een blijvend geschrift, verrijkt met de ervaringen opgedaan door het spreeken en door de ontvangen teegenwerpingen - op dezelfde wijze als ik dat deed bij de samenstelling van het boek: ‘de Blijde Waereld’.