Vrolijkheid
(1852)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij
[pagina 15]
| |
De Trommel.
| |
[pagina 16]
| |
Vischt geen eerlint in zijn netten.
Wie niet als een kever bromt,
Zeker, dat er die niet komt.
Trommel, trommel
Als een man;
Raas en rommel:
Ran plan plan!
Jongen, wil de lier niet tokkelen:
Luider klinkt het ezelsvel.
Ja, zoo lange gij de knokkelen
Kunt verroeren, speel uw spel.
Immer voorwaarts: dan is 't wel.
Zoo ge vrij zijt voor de kolven,
Huil in 't woud met al de wolven.
Blijft uw naam ook diepbedolven
Bij een later rechterschap,
Voor u zelven waart ge knap.
Trommel, trommel
Als een man.
Raas en rommel:
Ran plan plan!
Laat het vlaamsch patois maar varen:
Want Parijs dat is de trom,
Kloeker dan de vlaamsche snaren
Ter beschavings rondomdom.
Dat 's de zon, die Belgie klom!
Laat uw fransche trommel razen.
Of, lust u 't trompetten-blazen,
| |
[pagina 17]
| |
Blaas ter eere dan der bazen,
Hoog van zetel, laag van ziel.
Maar, zoo iemand voor u kniel',
Trommel, trommel,
Als een man;
Raas en rommel:
Ran plan plan!
|
|