De spellingsoorlog(1842)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] aant. III. Een gryze schoolmonarch, met nog ontvonkeld oog, Met opgeheven kruin, die voor geen jaren boog, Verwacht zyn spreekbeurt, en heeft eindlyk 't woord bekomen: ‘Geen vrede met dit ras, dat steeds wat nieuws durft droomen! Verzaekte men, helaes, aen allerhande vreugd, Besteedde men, als slaef, de bloem van zyne jeugd, Om wat men onderwees sinds onoptelbre jaren Te ontleeren? zullen wy, met zilverblanke hairen, Ter bank herklautren, waer men 't A B C ons wyz', Ligt met een kruisken voor!... O Hemel, werd ik grys Om dit nog te onderstaen?... zy Bormans een nieuw Solon Der nieuwe Spelling, hy die mooglyk 't hypocolon Van 't duplex punctum, trots zyn Grieksch, niet onderscheidt, (Men weet, de hoogeschool tart schoolsche puntigheid) Hy bukk' voor hem, die wil; ik, niet: veeleer gestorven!’ Een zacht gemompel meldt, dat hy heeft gunst verworven. Vorige Volgende