Gedichtjes voor kinderen
(1849)–Prudens van Duyse– Auteursrechtvrij
[pagina 78]
| |
De grysaerd, zacht ontwakend,
Zeî lachend: ‘Zoete meisjes!’
‘O vader, vroeg het knaepje,
Zeg my, waerom die meisjes
Dien vreemden grysaerd kroonen?’
‘Myn zoontje, was het antwoord,
Uit eerbied en uit liefde:
Die zoete meisjes weten,
Dat kinders zulke mannen,
Om grysheid moeten eeren,
Om wysheid moeten minnen.
|
|