Tekst.
Het tweede lb. van diversche liedekens, Amst. 1583, bl. 358 ro, ‘na de wijse: Wel hem, die in Gods vreese staet’, hierboven weergegeven. - Aangehaald bij Dr. F.C. Wieder, De Schriftuurlijke liedekens, 's-Grav. 1900, bl. 74 en Regist. nr. 645, met verzending naar Een nieu lb. 1562, beschreven bl. 149, waarvan dat van 1583 een herdruk is. - Dit lied komt ook voor, gevoegd bij ‘Een Testament ghemaeckt by Soetken vanden Houte, het welcke sy binnen Ghendt in Vlaenderen metten doot bevesticht heeft, anno M.D. ende LX. den XXVII Novembris...’ eerste uitg. [Amst.] Nic. Biestkens, 1579. Soetken, waarschijnlijk te Oudenaarde geboren, weduwe van Gielis de Meulemeester, die, naar het voornoemde testament, mede den marteldood stierf, woonde te Gent. Zij zou, in deze stad, ‘ter causen van heresye’, uitgevoerd zijn, niet op voormelden datum, maar wel op 14 Augustus 1561, toen zij o. 69 jaar oud was; zie Bibliotheca belgica, Gand (1880-90), 1re série, t. XII, H. 148 vlg.
Met het testament van Soetken en het daarbij gevoegde lied, werden meermaals herdrukt het testament van Anneken Jans of Anneken van Rotterdam en het aan deze toegeschreven lied: ‘Een groote vreught’: Bibliotheca belgica, t.a.p. op Houte (Soetken vanden), en Dr. S. Cramer's bewerking van Het offer des Heeren (1570), in Bibliotheca reformatoria neerlandica, II, 's-Grav. 1904, bl. 70 vlg. Echter volgens de door Dr. Wieder te Hamburg ontdekte origineele uitgave van Anneken's Testament en lied, verschenen in 1539, door hem beschreven, t.a.p., onder nr. 3, bl. 126, is dit lied niet het algemeen aan haar toegeschreven, door ons hiervoren I, bl. 576 genoemde: ‘Een groote vreught’, maar wel: ‘Ick hoer die basuine blasen’ (Dr. W., bl. 88 en Regist. nr. 413). Dit laatste voert tot wijsaanduiding: ‘Na Oostlandt (of “In Oostlandt”, zie hiervoren I, bl. 714) wil ick varen’. Het werd herdrukt door Ph. Wackernagel, Lieder der niederl. Reformierten, 1867, nr. 5, bl. 82, naar Veelderhande liedekens, 1569. Volgens eene welwillende mededeeling van Dr. W. is het lied: ‘Een groote vreught’, dat men in de uitgaven van Het Offer des Heeren van voor 1570 niet aantreft, ook niet van Anneken Jans, maar van hem die laatst-genoemde verzameling van 1570 uitgaf. Zie nog Dr. W., t.a.p., bl. 106.