Tekst.
Het prieel der gheest. melodie, Brugghe 1609, bl. 102, ‘op de wijse: alsoot beghint’, tekst hierboven; - Ib., uitg. Antw. 1617, bl. 97, zelfde wijsaanduiding; - Het Paradiis der gheest. vreuchden, Antw. 1617, nr. 53, bl. 109, op de wijse: ‘Komt nu ter stacy iubilacy . sonder aldaer ghemerckte nemen op den 3. ende 4. reghel / die den toon van den 1. ende 2. repeteren’; - Catholijck sanckboeck (later verschenen als Gheest. harmonie), Embrick (1620), exemplaar zonder titelblad 1633 (?), nr. 75, bl. 105, zonder wijsaanduiding; - Theodotus, Het Paradys der gheest. en kerck. lofsanghen (1621), uitg. Antw. 1648, bl. 283; - Willems, Oude Vl. ldr., nr. 220, bl. 469, eerste strophe, naar Het prieel, enz., uitg. Antw. 1630.
Aangeh. in Den blijden-wegh tot Bethleem, Antw. 1645, bl. 156, en Den gheestelycken speel-wagen, Antw. 1671, bl. 154, voor: ‘Seght, ghetrouwe knecht des Heeren’.