Tekst.
Hs. 11231-36 (XVde eeuw), der K. Brusselsche Bibl., bl. 43, ‘Van Ste Jheronimo een schoen liedeken, en gaet op die wijse: Ick weet een vrouken wel bereyt’, hierboven weergegeven; - Een dev. en̄ prof. boecxken, Antw. 1539, nr. 20, uitg. D.F. Scheurleer, bl. 41, zelfde tekst, met eenige afwijkingen in de spelling, zelfde wijsaanduiding.
De geschiedenis van den leeuw, dien de H. Hieronimus, in de woestijn, een doorn uit den voet haalde, met dit gevolg, dat de dankbare leeuw hem voortaan als een hond volgde, is, volgens Rond den heerd, VII (1872), bl. 196, ontleend aan het leven van den H. Gerasimos. De gelijkenis der twee namen deed in Sint Hieronimus' leven deze leeuwenhistorie inschuiven. De H. Hieronimus stierf in 420.
Seneca en Aulus Gellius vertellen eene dergelijke geschiedenis van Androclus, den Romeinschen slaaf, die, omstreeks den aanvang onzer eeuwtelling, zijn hard-vochtigen meester ontvlucht, in een hol een leeuw vindt, dien hij een doorn uit den voet haalt. Later wordt de leeuw in de arena op Androclus losgelaten, doch herkent zijn weldoener en legt zich kwispelstaartend aan zijn voeten, zoodat