Tekst.
Willems, Oude Vl. ldr., 1846, nr. 191, bl. 422, met deze aanteekening van Snellaert: ‘Dit lied wordt thans in de omstreken van Gent onder de kersmis gezongen’, hierboven weergegeven; - Hoffmann v.F., Niederländische Volksldr., 1856, nr. 185, bl. 326, naar Willems; - Fr. de Potter en J. Broeckaert, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen, VIII, bl. 158.
De tekst is eene geestelijke omwerking van het lied van Ph. Desportes: ‘O nuict ialouse nuict, qui contre moy iurée’, in het Nederlandsch nagevolgd door Iacques Immeloot; zie hiervoren I, nr. 165, bl. 615.